e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kornoelje (alg.) konkernolletje: LDB  konkernulke (Roermond), WBD-WLD rode bessen worden genoemd: koek\\rnölk\\s  koekərnölkes (Roermond) De kornoelje. Gele kornoelje me gele bloemen en karmijnrode vruchten, 3-7 m hoog; de geelbruine schors schilfert in kleine schubben af. [N 82 (1981)] III-4-3
korset korset (<fr.): kerset (Roermond), kersjet (Roermond, ... ), korsjet (Roermond) korset || korset, rijglijf om de taille [rijlief, rellif, relf, ruls, stiklijst, stiflijk] [N 25 (1964)] III-1-3
korst broodkorst: broodkórs (Roermond), korst: Waat haet die mik n hel kórs De kurskes van de bótteram, van de kees Die kórste brood zeen veur de veugel  kórs (Roermond) broodkorst || korst III-2-3
kort geknipt haar bros: brosj (Roermond) overal kort geknipt hoofdhaar [tieters] [N 86 (1981)] III-1-1
kort onderrokje onderrokje: óngerrökske (Roermond), poeprokje: poeprökske (Roermond) onderrokje, kort ~ [piszieëlke, poeprökske] [N 24 (1964)] III-1-3
kort schortlint votsnoer: vottsjneur (Roermond), vottenlint: vottelinte (Roermond) linten, korte ~ waarmee de schortslippen van achteren met elkaar worden verbonden [gatslinte, gatlinter] [N 24 (1964)] III-1-3
kortademig amechtig: WNT: amechtig, (nieuwe) bet. 2: Ademloos, geheel buiten adem, sterk hijgende [...].  emmechtig (Roermond), kort: kort (Roermond), kort van aom (Roermond), kortademig: kortaomig (Roermond) kortademig [kort, kortborstig, dempig] [N 10a (1961)] III-1-2
korte broek knieboks: knie-bòks (Roermond), korte boks: korte boks (Roermond), kòrte bòks (Roermond), kórte bóks (Roermond, ... ) broek, korte (jongens)~ die de knieën onbedekt laat [N 23 (1964)] || kniebroek III-1-3
korte laars gamasche: kamarsj (Roermond) laars met een korte schacht die tot aan de kuit reikt [N 24 (1964)] III-1-3
korte onderbroek? korte onderboks: korte ongerboks (Roermond), kórte óngerbóks (Roermond, ... ), onderboks: óngerbōks (Roermond) Korte onderbroek voor mannen. [DC 62 (1987)] || onderbroek, korte ~ [N 25 (1964)] III-1-3