e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kreunen kreunen: kreune (Roermond), kuimen: kuume (Roermond), kuumə (Roermond) een zacht klagend geluid maken [kreunen, kermen, krengen, steunen, kriepen, kruchen] [N 85 (1981)] III-1-4
kreunen van de pijn kermen: kerme (Roermond, ... ) Kreunen van pijn (koorgaan, kermeneren, kermen). [N 84 (1981)] III-1-2
kreupel kreupel: kreupel (Roermond) Kreupel - Kent men in uw dialect het volgende woord in dezelfde of een min of meer afwijkende vorm, zoals b.v. krepel naast kreupel. [DC 17 (1949)] III-1-2
kreupel zijn (een) kreupele: krø̄pǝlǝ (Roermond), (het is/staat) kreupel: krøpǝl (Roermond) [JG 1a; N 8, 62k en 94f] I-9
kreupelhout onderhout: ongerhout (Roermond, ... ) Laag houtgewas met dooreengegroeide stammen en takken (onderhout). [N 82 (1981)] III-4-3
kreushamer ophaler: ǫphǭlǝr (Roermond  [(met één kop)]  ) Hamer met aan één of twee zijden een plattoelopende, licht stompe kop. De steel van de hamer kan in het midden of aan een eind van de kop zijn aangebracht. Zie ook afb. 154. Volgens Vuylsteke (pag. 63) dient de hamer om geulen in plaatmateriaal te slaan. In de koperslagerijen in L 246 en L 266 werd de hamer echter gebruikt om een boord aan een werkstuk te drijven. [N 66, 6m-n] II-11
krib in de rivier bat: Bad (Roermond) krib, dam van rijswerk, stenen en aarde om de bedding van een rivier te versmallen en zo de stroom te versterken, loodrecht of schuin op de oever aangebracht [bol] [N 81 (1980)] III-4-4
kribbebijter kribbebijter: krebǝbītǝr (Roermond) Nerveus paard dat met de snijtanden in de kribbe of op een ander hard voorwerp bijt, de lucht hoorbaar naar binnen zuigt en kreunt. Dit leidt dikwijls tot indigestie. Een kribbebijter is te herkennen aan de sterke afslijting van de wrijfvlakken, vooral aan de voorrand der snijtanden. Een kribbebijter zuigt wel lucht op; het woord is echter geen synoniem van windzuiger (4.4.5). [JG 1a, 1b; A 48A, 41b; N 8, 62o en 84f; add. uit N 52] I-9
krielkip kriel: kril (Roermond), krielhoen: (mv)  krilhōndǝr (Roermond), krieltje: krilkǝ (Roermond) Een krielkip is een soort kleine kip. [N 19, 42; monogr.] I-12
krijgertje spelen nalopertje doen: Sub nalopertje.  nao:luiperke doon (Roermond), nalopertje spelen: naoluiperke (Roermond, ... ), tikkertje spelen: /  tikkertje (Roermond, ... ) Het spel waarbij één kind anderen tracht in te halen en dan te tikken, waarna de getikte weer de vangman is (ook op dit spel bestaan talloze varianten; misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld werd) [letsen, hets geven, hetske jagen [N 88 (1982)] || Nalopertje spelen. || tikkertje [SND (2006)] III-3-2