33551 |
kruisbes |
kroenzel:
mv: -e
kroonsjele (L329p Roermond),
stekbeer:
sjtaekbae:r (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
mv: -e
stêkbêre (L329p Roermond)
|
[DC 13 (1945)]kruisbes
I-7
|
20994 |
kruisbessenvlaai |
steekberenvlaai:
sjtaekbaereflaaj (L329p Roermond)
|
kruisbessenvla
III-2-3
|
23807 |
kruisdagen |
kruisdagen:
kruutsdaag (L329p Roermond)
|
De drie dagen vóór Hemelvaartsdag, de kruisdagen [krütsdaag, kruusdaog]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
24100 |
kruisheer |
kruisheer:
kruutsheer (L329p Roermond)
|
Een Kruisheer [Kruushier]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
31973 |
kruishout |
kruishout:
krȳtshǫwt (L329p Roermond)
|
Houten tekengereedschap, bestaande uit een vierkant blokje waar een verstelbaar houten balkje doorheen is gestoken dat met behulp van een spie kan worden vastgeklemd. Zie ook afb. 101. Het kruishout wordt gebruikt om evenwijdige lijnen langs de rand van het werkstuk te trekken en om de afmetingen van de gaten en pennen van een pen-en-gatverbinding af te schrijven. Op het uiteinde van het kruishoutbeen is daartoe een kraspennetje aangebracht. Wanneer het kruishout met het blokje langs de rand van het werkstuk wordt voortbewogen, krast de pin een evenwijdig aan de rand lopende lijn in het hout. Zie voor de etymologie van het woord klitskeer ook het Tongers woordenboek (Stevens 1986), pag. 271, s.v. klïtsk√™er, ø̄kruishout, ritshoutø̄. [N 53, 191a; N G, 17a; monogr.]
II-12
|
22550 |
kruisjassen (kaartspel) |
kruisen:
kruutse (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
kruisjassen:
kruusjasse (L329p Roermond)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|
23750 |
kruisje aan een kettinkje |
kettinkje met kruisje:
kettingske mit kruutske (L329p Roermond)
|
Een kruisje, aan een kettinkje om de hals gedragen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23717 |
kruisje van de rozenkrans |
kruisje:
kruutske (L329p Roermond)
|
Het kruisje aan de rozenkrans. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24673 |
kruiskruid |
sint-jakobskruid:
WLD
sint jakobskroet (L329p Roermond)
|
Kruiskruid (senecio 5 tot 50 cm groot. De bladeren zijn bochtig veerspletig, kaal of licht spinnewebachtig behaard; de bloemen staan in kleine, langwerpige hoofdjes, straalbloemen ontbreken, de schijfbloemen ontbreken; omwindselblaadjes met zwarte top ( [N 92 (1982)]
III-4-3
|
23314 |
kruisprocessie |
kruisprocessie (<lat.):
kr^y.tsprəsesi (L329p Roermond),
kruutspersessie (L329p Roermond)
|
De processie die tijdens de kruisdagen gehouden wordt voor een goede oogst, de kruisprocessie . [N 96C (1989)] || kruisen [RND]
III-3-3
|