e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leurder gangelaar: gengeleer (Roermond), kramer: fòddele kremer (Roermond), kremer (Roermond), venter: eine venter (Roermond), venter (Roermond) koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)] III-3-1
leuren de boer opgaan: de boer op goan (Roermond), op commerce (fr.) gaan: op commerce gaon (Roermond), op de handel gaan: op ten hanjel gòòn (Roermond) Inventarisatie uitdrukkingen voor: "op koopmanschap gaan"= erop uittrekken om zijn waren te verkopen? Zo neen, welke andere uitdrukking. Geeft u nauwkeurig de uitspraak aan. [N 21 (1963)] III-3-1
levend vlees onder de huid leven, het -: t lēve (Roermond), t lèève (Roermond), vlees: t vlēīs (Roermond) levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)] III-1-1
lever lever: laever (Roermond), laiver (Roermond), lèèver (Roermond) lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)] III-1-1
leverpastei leverpastei: laeverpesteij (Roermond) leverpastei III-2-3
leverworst leverworst: laeverwors (Roermond, ... ), laeverwórs (Roermond, ... ), laiverwors (Roermond), leéverwors (Roermond), lè.verwórs (Roermond), lèverwoorst (Roermond), lèverwòrs (Roermond), lèèverwórs (Roermond), lééverwórs (Roermond, ... ), léévərwòrs (Roermond), gebraden bij het brood gegeten  laeverwoors (Roermond), witworst: wetwors (Roermond) leverworst [N 06 (1960)] || leverworst; Hoe noemt U: Worst met lever als hoofdbestanddeel (lol, leverworst, leverpens) [N 80 (1980)] || witte worst [N 06 (1960)] III-2-3
libel en waterjuffer glassnijder: glaasjniejer (Roermond), wijntempel: wīēntempel (Roermond), wijntemper: wientemper (Roermond) libel, alg. [DC 27 (1955)] || libel, waterjuffer III-4-2
lichaam lichaam: lichaam (Roermond), lijf: lief (Roermond, ... ), līēf (Roermond, ... ) buik (lijf) [DC 01 (1931)] || lichaam [N 10 (1961)] III-1-1
lichaamskracht kracht: krach (Roermond, ... ), leven, het -: t laeve (Roermond, ... ) lichaamskracht (kracht die een zieke geleidelijk verspeelt) [macht, maacht] [N 10 (1961)] III-1-2, III-1-4
lichaamsvocht leewater: t leewater (Roermond), water: water (Roermond) lichaamsvocht (dat zich bijv. in de gewrichten bevindt) [N 10 (1961)] III-1-2