e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lijmknecht, sergeant sergeant: šɛržant (Roermond) Houten of metalen werktuig waarmee te lijmen delen vastgeklemd kunnen worden. Het bestaat uit één of twee lange benen waarop twee dwarsstukken zitten die met behulp van een draadspil naar elkaar toe gedraaid kunnen worden en de te lijmen delen op deze wijze vastklemmen. Lijmknechten bestaan in verschillende uitvoeringen en afmetingen. Met de in dit lemma opgenomen benamingen worden doorgaans grotere lijmknechten aangeduid, waarbij de lengte van het been of de benen meer dan 30 cm bedraagt. Zie ook afb. 120 en 121. [N 53, 216c; N 53, 217b; N 53, 215; N G, 15; monogr.] II-12
lijn waar het spel begint lijn: lien (Roermond, ... ), streep: sjtrēp (Roermond) De lijn waar bepaalde spelen beginnen [meet, mark, schreef, schram, erke, aanbrak, ambrok, lambrak, doodmeet]. [N 88 (1982)] III-3-2
likken aflekken: ááflekkə (Roermond), lekken: lekke (Roermond, ... ), lèkkə (Roermond), lékke (Roermond) likken; Hoe noemt U: Met de tong over iets heen en weer gaan om zo het voedsel op te nemen (likken, lekken, leppen) [N 80 (1980)] III-2-3
limburgse kaas hervese kaas: Syst. Veldeke  herfse kees (Roermond), stinkkaas: sjtinkkee:s (Roermond), sjtinkkees (Roermond, ... ), stinkkees (Roermond, ... ), Limburgse kaas Mit sjtinkkees kins-te hem t hoes oet jage  sjtinkkee:s (Roermond), Syst. Veldeke  sjtinkkees (Roermond), Syst. WBD  sjtinkkees (Roermond) Limburgse kaas, Hervese kaas (stinkkaas, rommedoe?) [N 16 (1962)] || stinkkaas III-2-3
limonade grenadine: Alle kienjer krege e glaas grinnedien  gri:nnedie:n (Roermond), limonade: limenàd (Roermond), E glaeske liemenaad  lie:menaa:de (Roermond) grenadine || limonade || limonade door een rietje zuigen [DC 35 (1963)] III-2-3
linde linde: li:nj (Roermond) linde III-4-3
lindehoning lindehoning: lenjǝhōneŋ (Roermond) Honing afkomstig van de lindebloesem. De linde is met koolzaad, heide, fruit en klaver één van de belangrijkste drachtbronnen. Men spreekt van lindehoning, heihoning enz., wanneer de nectar van die bepaalde boom of plant voor het grootste deel de grondstof vormt voor honing. Naast de genoemde drachtbronnen kunnen allerlei soorten bomen en planten als acacia, distel, korenbloem, wilde klaver, boekweit en kastanje leveranciers zijn van nectar. Per plant of boom is de hoeveelheid bloesem en dus ook de nectar van jaar tot jaar wisselvallig en sterk afhankelijk van factoren zoals weer en vruchtbaarheid van de bodem. De verschillende drachtbronnen beīnvloeden kleur, smaak, vochtigheidsgehalte en geur van de honing. Zo is lindehoning amberkleurig en dun vloeibaar met een naar munt zwemende geur (De Roever, pag. 380). [N 63, 112b; Ge 37, 133; monogr.] II-6
liniaal liniaal: lieniejaal (Roermond), liniaal (Roermond) een dunne rechte lat met een maatverdeling om er lijnen langs te trekken [liniaal, linie, regel, regelet] [N 90 (1982)] III-3-1
linkerkant van het paard nademekant: nǭdǝmǝkantj (Roermond) Kant waar de voerman het paard leidt. [N 8, 9 en 10] I-9
links, linkshandig krangs: krangs (Roermond), links: links (Roermond) Zegt men van iemand die bij voorkeur zijn linker hand gebruikt: Hij is ... [DC 50 (1975)] || Zijn u nog oude woorden voor "links"bekend? Zo ja, hoe werd dat woord uitgesproken? [DC 50 (1975)] III-1-2