24674 |
lork |
lariks:
lariks (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
WBD-WLD
lààriks (L329p Roermond),
lork:
LDB
lerk (L329p Roermond)
|
De lariks (die s winters zijn naalden verliest) (lariks, lork, laris, lurk). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
34008 |
losgetuigd leiden |
leiden:
lęi̯ǝ (L329p Roermond)
|
Een paard zonder zadel en niet tussen berries leiden met de teugel. [N 8, 101c]
I-10
|
18697 |
losse linnen halsboord |
boord:
board (L329p Roermond),
boordje:
beurtje (L329p Roermond),
bèùrtje (L329p Roermond),
börtje (L329p Roermond),
schillerkraag:
[Van Dale: schillerkraag, liggende, van voren open kraag]
sjielerkraag (L329p Roermond)
|
halsboord, losse linnen ~ [beurdje, hemdsband] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18699 |
losse manchet |
losse manchet:
losse mansjette (L329p Roermond),
losse manzjette (L329p Roermond)
|
manchet, los [hemdsband, toet] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
21218 |
losse plankbrug |
bruggetje:
brökske (L329p Roermond)
|
een brug die bestaat uit losse planken (vlonder, vonder, til, tilling, kwaak, vondel) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33395 |
losse voerbak in de varkenswei |
voerbak:
vōrbak (L329p Roermond)
|
Gewoonlijk worden de varkens binnen gevoerd. Soms echter gebruikte men een losse voerbak voor buiten, in de varkenswei; over deze laatste bak gaat het in dit lemma. Zie voor de fonetische documentatie van (trog) het lemma "varkenstrog" (2.4.3). [N 5A, 61b]
I-6
|
33365 |
losse voerbak voor runderen |
trog:
trǭx (L329p Roermond),
voerbak:
vōrbak (L329p Roermond)
|
Een losse bak of kuip waarin men het voer aan de koeien voorzet. Bedoeld wordt een bak waar meer dan één rund uit eet (en soms ook drinkt). Waar deze draagbare en ouderwetse bak niet (meer) bekend is, werden benamingen voor de vaste voerbak opgegeven (krib, trog en hun samenstellingen). Oorspronkelijk diende de krib voor het droge voedsel voor runderen en paarden en de trog voor het natte voedsel voor de varkens, maar in de praktijk lopen de termen dooreen. Sommige opgaven betreffen mogelijk ook het vak voor één koe van de in vakken verdeelde voerbak. Vergelijk de lemmata "voer- en drinkgoot" (2.2.14) en "vaste voer- en drink- en voerbak, krib" (2.2.15). [N 5A, 37c; N 18, 130; monogr.]
I-6
|
18317 |
losse zak onder de rok |
buidel:
bujel (L329p Roermond),
buujel (L329p Roermond),
rokbuidel:
rokbuujel (L329p Roermond)
|
tas, losse ~, zak of buidel die onder de rok wordt gedragen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
21738 |
loteling |
loteling:
laotəling (L329p Roermond)
|
iemand die voor militaire dienst geloot heeft [loteling, lotter] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22400 |
loten |
loten:
laote (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
lōͅtə (L329p Roermond),
a) Ver zalle dróm laote.
laote (L329p Roermond)
|
Het spel waarbij de winnaar(s) door het lot word(t)(en) aangewezen [loten, loteren, lotelen, loteren]. [N 88 (1982)] || Loten: loten.
III-3-2
|