18235 |
medaillon |
medaille:
medaliej (L329p Roermond),
medaillon:
medaljon (L329p Roermond),
middeljon (L329p Roermond),
middeljóng (L329p Roermond),
mədaljon (L329p Roermond)
|
medaille || medaillon || rond, ovaal- of hartvormig sieraad waarin een portretje of iets dergelijks bewaard wordt [medaillon, mejonneke, boot, coulant] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
23744 |
medaillon met lam gods |
medaillon (<fr.):
medaljon (L329p Roermond)
|
Een hartvormig medaillon van was, waarop een lam met kruisvaan is afgebeeld. Dit medaillon werd gedragen [Agnus Dei, Lam Gods?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18855 |
medelijden |
compassie:
kompassie (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond),
kōmpassie (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
kómpassie:j (L329p Roermond),
metlijden:
mitlie:je (L329p Roermond)
|
compassie || een gevoel van smart over het leed van andere mensen [medelijden, kompassie, deernis, deer] [N 85 (1981)] || een sterk gevoel van medelijden over het leed van anderen opwekkend [onnozel] [N 85 (1981)] || medelijden
III-1-4
|
21038 |
meel |
boekweitsmeel:
bōkǝsmę̄l (L329p Roermond),
meel:
mę̄.l (L329p Roermond),
mę̄l (L329p Roermond)
|
Het gemalen, maar nog niet bewerkte graan. Het woordtype boulté, het voltooid deelwoord van het Waalse ɛboulterɛ, ɛbouleterɛ, ø̄builenø̄, duidt er mogelijkerwijs op dat het graan in de genoemde plaatsen al een bepaalde bewerking heeft ondergaan. Zie ook het lemma ɛgemalen, niet gezuiverd graanɛ in wld II.1, pag. 85.' [Wi 53; JG 1a; JG 1b; l monogr.; N O, 37b; Sche 49; Sche 55; Vds 144; Vds 145; Vds 159; Jan 151; Jan 167; Jan 242; Coe 152; Coe 217; Grof 153; Grof 176; monogr.; Vld; Jan 9; Jan 10; Jan 11; Jan 14; Coe 9; Coe 14; N O, 24a; A 42A, 40; N D, 23; A 42A, 36 add.; N O, 19b]
II-3
|
33150 |
meelschepje |
meelschup:
mɛ̄lšø̜p (L329p Roermond)
|
Een houten vat voorzien van een steel dat diende om droog meel te scheppen. Vergelijk de lemma''s ''graanschop, schepschop'' (6.3.13) en ''graanschep'' (6.3.15). [N 18, 9b]
I-4
|
24422 |
meelworm, larve van de meeltor |
meelworm:
Veldeke
meelwórm (L329p Roermond),
WLD
eine méélwórm (L329p Roermond)
|
meeltor-larve, wormpje dat in (oude) meelvoorraden voorkomt [meelworm] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
26642 |
meelzak |
meelbuidel:
m ę̄lb ȳjǝl (L329p Roermond),
meelzak:
m ę̄lzak (L329p Roermond
[(meervoud: m ę̄lzɛk)']
)
|
[monogr.]
II-3
|
20407 |
meerderjarig |
meerderjarig:
meerderjäö:rig (L329p Roermond),
mondig:
mōnjig (L329p Roermond),
munjig (L329p Roermond, ...
L329p Roermond)
|
meerderjarig || meerderjarig; de leeftijd bereikt hebbend dat men in rechten zelfstandig kan optreden [meerderjarig, mondig] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
23583 |
meerstemmige mis |
meerstemmige mis:
meersjtummige mis (L329p Roermond)
|
Een meerstemmige mis, muziekmis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21273 |
meester |
meester:
me.stər (L329p Roermond)
|
(school)meester [RND]
III-3-1
|