21585 |
mevrouw |
mevrouw:
mevrouw (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
məvrouw (L329p Roermond)
|
hoe spreekt u een getrouwde vrouw aan? [mevrouw, madam] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
20123 |
miauwen |
mauwen:
mauwen (L329p Roermond),
WBD/WLD
mauwə (L329p Roermond),
miauwen:
miauwe (L329p Roermond),
ideosyncr.
miauwe (L329p Roermond),
WBD/WLD
miauwə (L329p Roermond)
|
Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een kat (mauwen, kajauwen, jauwen, lollen, miauwen, janken, rallen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
17838 |
middagdutje |
ungeren (zn.):
unjere (L329p Roermond),
ungertje:
unjerke (L329p Roermond, ...
L329p Roermond)
|
middagdutje doen (dutten). [N 84 (1981)] || Slaapje na het middagmaal; middagdutje (noenslaap, middagslaap, dutje, loertje, dutten). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17839 |
middagdutje doen |
dutten:
dutte (L329p Roermond),
ungeren (ww.):
unjere (L329p Roermond)
|
middagdutje doen (dutten). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20573 |
middagmaal |
eten:
middagmaal
éeete (L329p Roermond),
middag, de -:
middāāg (L329p Roermond),
middageten:
middaagaite (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
middegaîte (L329p Roermond),
morgenaite (L329p Roermond),
mìddágêtə (L329p Roermond)
|
maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 12 uur [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 12 uur 30 [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: middag [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: morgen [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
22478 |
middelste kegel |
koning:
keuning (L329p Roermond, ...
L329p Roermond)
|
De middelste kegel [paap, tulleman, sullepaap, kegeljan, negenman]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
17668 |
middelvinger |
middelvinger:
middelvinger (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
middenvinger:
middevinger (L329p Roermond)
|
Middelvinger: de middelste, langste vinger (middelvinger, langelierboom, langeman). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
33785 |
middendeel van het paard |
middenhand:
medǝhantj (L329p Roermond),
middenstuk:
medǝštø̜k (L329p Roermond)
|
De middel- of middenhand van het paard, in tegenstelling met ''voorste deel van het paard tot achter de voorbenen'' (3.1.3) en ''achterhand van het paard'' (3.3.14). [JG 1a, 1b; N 8, 12]
I-9
|
23358 |
middenpad |
middenpad:
middepaad (L329p Roermond)
|
De hoofdgang, de middengang van de kerk [middenpad?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
17690 |
middenrif |
middenrif:
midderif (L329p Roermond, ...
L329p Roermond)
|
Middenrif: spierachtig vlies tussen borst- en buikholte (rand, middelrif, middelvlies). [N 84 (1981)]
III-1-1
|