e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nabootsen nadoen: naodoon (Roermond), naodōōn (Roermond), naspreken: nao-spraeke (Roermond) iemands stemgeluid imiteren [nabootsen, papegaaien] [N 87 (1981)] III-3-1
nachtbraken nachtbraken: nachbrake (Roermond, ... ) tot diep in de nacht uitgaan, nachtbraken [zwabberen] [N 87 (1981)] III-3-1
nachthemd nachthemd: nachhemp (Roermond), nachthéémd (Roermond), nachtpon: betekenis: lang hemd  nachtpón (Roermond) nachthemd [N 25 (1964)] || nachtkleding: inventarisatie overige soorten; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3
nachtjapon nachtpon: nachpòn (Roermond), nachpón (Roermond, ... ), nachtpön (Roermond), Ss. sub pon.  nachpón (Roermond), pon: pón (Roermond) nachtjapon [nachtpon, bedjak, nachtjak, jak] [N 25 (1964)] || pon III-1-3
nachtkastje nachtkastje: nachkeske (Roermond), nachttafeltje: nachtäöfelke (Roermond) nachtkastje || nachttafeltje III-2-1
nachtkleren nachtgerei: nachgerei (Roermond), nachtgoed: nachgood (Roermond), nachtkleren: nachklèjer (Roermond), informant: met korte ei  nachtkleijer (Roermond) nachtkleding in het algemeen [t naachtdinge] [N 25 (1964)] III-1-3
nachtlampje nachtpit: Hae mót altied e nachpitje op de sjlaopkamer höbbe In de ganse sjtad sjting-der bekind es de nachpit  nachpit (Roermond), nachtpitje: Hae mót altied e nachpitje op de sjlaopkamer höbbe In de ganse sjtad sjting-der bekind es de nachpit  nachpitje (Roermond) nachtpitje III-2-1
nachtmis nachtmis: nagmis (Roermond) De mis die snachts wordt gedaan, nachtmis. [N 96C (1989)] III-3-3
nachtpak hansop: Van Dale: hansop, 2) wijd kledingstuk, gelijkende op de kleding der hansworsten, soort van overall, m.n. als nachtgewaad voor kinderen. vgl. WNT hanssop -hansop. 4) Bij overdracht. Naam voor een kleedingstuk (als nachtgewaad voor kinderen nog in gebruik), gelijkende op het gewaad van den hanssop, en bestaande uit lijf en broek met lange pijpen aan één stuk.  hansjoep (Roermond), hansop (Roermond, ... ), joep: Afk. [sub hansop].  joep (Roermond), Afk. van hansjoep.  joep (Roermond) hansop || nachtpak, overall-achtig ~ met een klep aan de achterkant [hansop] [N 25 (1964)] III-1-3
nachtvlinder nachtvlinder: nachvlinder (Roermond) nachtuiltje, nachtvlinder [DC 18 (1950)] III-4-2