| 22616 |
nieuwjaar wensen |
nieuwjaar wensen:
nuujjaor winse (L329p Roermond)
|
Nieuwjaar wensen, Nieuwjaar winnen, afwinnen. [N 96C (1989)]
III-3-2
|
| 19052 |
nieuws |
nieuws:
nuujs (L329p Roermond),
nuujts (L329p Roermond, ...
L329p Roermond)
|
een bericht over iets dat nog onbekend was [nets, nieuws] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
| 19010 |
nieuwsgierig |
curieus:
kerjeu:s (L329p Roermond),
nieuwsgierig:
nuusjeerig (L329p Roermond),
nūū:sjerig (L329p Roermond)
|
curieus || nieuwsgierig || nieuwsgierig, benieuwd: die vrouw is erg - [DC 16 (1948)]
III-1-4
|
| 17724 |
nieuwsgierig kijken |
blikken:
blieke (L329p Roermond),
nieuwsgierig kijken:
2x
nusjierig kieke (L329p Roermond),
spitsmuilen:
spitsmoele (L329p Roermond)
|
kijken: nieuwsgierig kijken [blieke, spitsmoele] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
| 19177 |
nieuwsgierigaard |
gaaplepel:
gaaplēpel (L329p Roermond),
gaperd:
gaaperd (L329p Roermond),
gapert (L329p Roermond),
nieuwsgierige naas:
nūū:sjerigenaa:s (L329p Roermond)
|
iemand die alles nieuwsgierig bekijkt [gaper] [N 85 (1981)] || nieuwsgierig aagje
III-1-4
|
| 18020 |
niezen |
niesten:
neeste (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond)
|
niezen [niese, nieste] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
| 18122 |
nijdnagel |
spleetnagel:
sjpleetnagel (L329p Roermond)
|
Hoe noemt men een los stukje vel aan de rand van de nagel van een vinger? (Nederl. nij(d)nagel, dwangnagel, stroopnagel). [DC 30 (1958)]
III-1-2
|
| 30857 |
nijptang |
nijptang:
nīptaŋ (L329p Roermond)
|
In dit lemma zijn de benamingen opgenomen voor tangen van diverse vorm en grootte die vooral dienen om spijkers uit trekken, maar vaak ook gebruikt worden om draadnagels of metaaldraad af te knippen. Zie ook afb. 144. Uit het Leuvens materiaal L B2, 228-229 blijkt, dat het woordtype trektang vooral de benaming is voor een vrij grote tang waarmee spijkers kunnen worden uitgetrokken. [N 33, 180; N 64, 47b; L B2, 228-229; monogr.; div.]
II-11
|
| 21643 |
nikkelgeld |
nikkelen geldstukken:
niekele geldjsjtökke (L329p Roermond)
|
nikkelen of witmetalen geldstukken [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 20752 |
niknak |
niknak:
nik-nak (L329p Roermond),
niknak (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
Syst. WBD
nieknak (L329p Roermond),
niknakje:
niknakje (L329p Roermond),
niknekske (L329p Roermond),
Syst. Veldeke
niknekskes (L329p Roermond)
|
Koekjes in de vorm van speelgoedfiguurtjes, voor kinderen (niknak?) [N 16 (1962)] || zeer klein koekje in de vorm van een sterretje of beestje
III-2-3
|