e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pater pater (lat.): pa.tər (Roermond), pater (Roermond) Een ordegeestelijke, lid van een orde of congregatie, een pater [paâter]. [N 96D (1989)] || pater [RND] III-3-3
patriarch aartsvader: aartsvader (Roermond) Een aartsvader, patriarch, patriark. [N 96D (1989)] III-3-3
patrijs patrijs: petrīē:s (Roermond) patrijs III-4-1
patroonheilige, kerkpatroon patroonheilige: patroonheilige (Roermond) Een patroonheilige [patroeën]. [N 96C (1989)] III-3-3
paus paus: paus (Roermond) De paus van Rome [poûs]. [N 96D (1989)] III-3-3
pauselijke zegen apostolische zegen: apostolische zaege (Roermond) De pauselijke zegen, de apostolische zegen, door de priester aan de stervende gegeven [paepslieje zeëje]. [N 96D (1989)] III-3-3
pauw pauw: pau̯ (Roermond) I-12
pauzeren rusten: rūste (Roermond) heel even ophouden met werken [tukken] [N 85 (1981)] III-1-4
peen, wortel moren: mōēr (Roermond) peen I-7
peer, soorten handpeer: hanjpaer (Roermond), juttepeer: juttepaer (Roermond), peer: paere (pl) (Roermond) juttepeer I-7