23612 |
preken |
preken:
praeke (L329p Roermond)
|
Preken, prediken [preeke, prèèke, preëdieje?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22687 |
prent(je) |
prent(je):
prenjtjə (L329p Roermond),
printje (L329p Roermond),
Sub prent, behalve in het verkl. weinig gebr. in de lett. bet. (gewoner is plaat).
printje (L329p Roermond)
|
Een plaatje, prentje, afbeelding [beeldeke]. [N 90 (1982)] || Prentje.
III-3-2
|
21206 |
prentbriefkaart |
aanzichtkaart:
ansichkaart (L329p Roermond),
anzigkaart (L329p Roermond)
|
een briefkaart waarop aan een zijde een afbeelding is afgedrukt [prentbriefkaart, zichtkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19333 |
pret, schik |
joeks:
mar.: cf. Schuermans p. 210, s.v. "joeks"(vreugde, vermaak joeks hebben: vreugde hebben, vrolijk zijn
joeks (L329p Roermond),
lol:
lol (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond),
lòl (L329p Roermond),
plezier:
plezee:r (L329p Roermond),
pləzeer (L329p Roermond)
|
een gevoel van vrolijkheid en blijdschap waaraan men duidelijk uiting geeft [plezier, pret, lol, schik] [N 85 (1981)] || pleizier || pret
III-1-4
|
19334 |
pretmaker |
lolboks:
lolboks (L329p Roermond),
lolbōks (L329p Roermond),
vrolijke frans:
ps. invuller twijfelt over het antwoord!
vroolikə Frans (L329p Roermond)
|
de persoon die altijd zorgt voor vrolijkheid en pret [pallieter, kadul] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19335 |
prettig |
lollig:
lòllig (L329p Roermond),
plezierig:
plezeerig (L329p Roermond),
plezerig (L329p Roermond, ...
L329p Roermond)
|
plezierig || pret, genoegen verschaffend of veroorzakend; aangenaam [pertig, prettig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20462 |
preuts |
preuts:
preuts (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond)
|
preuts; overzedig, gemaakt eerbaar [preuts, prude] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
23244 |
prevelen |
prevelen:
prevele (L329p Roermond)
|
Prevelen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21649 |
priem? (wbd) |
trekgeld:
⁄t trekgeldj (L329p Roermond)
|
bedrag dat uitbetaald wordt aan degene die bij de eerste verkoping, i.v.m. de openbare verkoping van huizen e.d. [vgl. vraag 15a] het hoogste bod heeft gedaan [trekgeld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
23326 |
priester |
priester:
priester (L329p Roermond)
|
Een priester [preester, prejster, geestelijke]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|