21515 |
proces-verbaal |
proces-verbaal:
proosésvərbaal (L329p Roermond),
verbaal (<fr.):
verbaal (L329p Roermond)
|
het geschreven woordelijke verslag van de toedracht van een overtreding [proces-verbaal, daas, nummer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23243 |
processie |
processie (<lat.):
persessie (L329p Roermond)
|
De processie [bronk, persessie, protsessioën]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23852 |
processie door het veld |
bedeweg:
baejwaeg (L329p Roermond)
|
Een processie door het veld, bedeweg, bidweg. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23854 |
processie van maria-hemelvaart |
kleine processie (<lat.):
klein persessie (L329p Roermond)
|
De processie die op (zondag na) Maria Hemelvaart wordt gehouden. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23858 |
processiestrooisel |
strooisel:
sjtreujsel (L329p Roermond)
|
Strooisel bestaande uit bloemen, stukgesneden stengels en bladeren en stroopsel van varens waarmee de straten versierd worden [sjtreupsel]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23861 |
processievaantjes |
vlagjes:
vlègskes (L329p Roermond)
|
De vaandeltjes die in de processiestoet worden meegedragen [persessieveendelkes]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
17742 |
proeven |
keuren:
keure (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
proeven:
preuve (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L329p Roermond),
prēūvə (L329p Roermond)
|
proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)] || proeven; Hoe noemt U: Een kleine hoeveelheid voedsel of drank in de mond nemen om te onderzoeken hoe het smaakt (keuren, proeven) [N 80 (1980)]
III-1-1, III-2-3
|
23930 |
profeet |
profeet:
profeet (L329p Roermond)
|
Een profeet [profieët]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19272 |
profiteren |
profiteren:
profetere (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
proofiteerə (L329p Roermond),
próffete:re (L329p Roermond)
|
een goed, nuttig gebruik maken, voordeel trekken van een gelegenheid [blaaien, profiteren, luizen] [N 85 (1981)] || profiteren
III-1-4
|
18221 |
pronken |
kwekkelen:
kwegkele (L329p Roermond),
opgedoft:
opgədoft (L329p Roermond),
prijken:
prīēke (L329p Roermond),
pronken:
proonkə (L329p Roermond),
prōnke (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
prónke (L329p Roermond)
|
in het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [pronken, prijken, spiegelen, pralen] [N 86 (1981)] || opgedirkt op straat flaneren || prijken || pronken
III-1-3
|