18214 |
ritssluiting |
ritssluiting:
ritssloeting (L329p Roermond)
|
Ritssluiting [DC 64 (1989)]
III-1-3
|
24317 |
riviergrondel |
geuf:
geu:f (L329p Roermond),
geuf (L329p Roermond)
|
grondeling (vis) || Hoe noemt u de grondel: een zoetwatervisje dat voorkomt in stromend en stilstaand water. Het is langgerekt van vorm en heeft één paar voeldraden aan de bek. Op de rug en flanken is het donker gevlekt en gestippeld met een groene of blauwachtige weerschijn [N 83 (1981)]
III-4-2
|
24647 |
robinia |
acacia:
acacia (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
WBD-WLD
ààkááziáá (L329p Roermond)
|
De acacia; heeft 10-35 cm. grote varenachtige bladeren samengesteld uit deelblaadjes van 3-5 cm lengte; in het begin van de zomerdraagt de boom hangende bloemtrossen; de takken wijzen soms naar boven (acacia, asdoorn). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
18058 |
rochelen |
rochelen:
raogele (L329p Roermond),
rochele (L329p Roermond, ...
L329p Roermond)
|
rochelen [klieke, kwalsteren, kwaaieren] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
33478 |
rode aalbes |
miemer:
mie:mer (L329p Roermond),
De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).
miemer (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond),
mīēmər (L329p Roermond),
miemeren:
"onbekende enquête
miemere (L329p Roermond),
De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).
mimere (L329p Roermond),
mv: -e
miemere* (L329p Roermond),
miemerten:
mv: -e
miemerte (L329p Roermond)
|
[DC 13 (1945)]aalbes [N 82 (1981)]
I-7
|
33231 |
rode biet |
kroot:
krōt (L329p Roermond),
krǫt (L329p Roermond),
rode biet:
rōi̯ bit (L329p Roermond),
rode kroot:
roi̯ krǭǝt (L329p Roermond)
|
Beta vulgaris L. var. rubra L. Deze bietensoort hoort eigenlijk onder de groenten uit de moestuin, en daardoor in de aflevering over de boerderij en het erf, maar is toch hier ondergebracht vanwege "lexicale nabijheid" met biet, kroot. De knollen met een doorsnee van 8-10 cm worden gekookt en warm of koud als salade gegeten. De knollen en het kookvocht hebben een felle donkerpaarse kleur. [A 4, 26d; A 13, 2a; A 49, 1b; L 20, 26d; monogr.]
I-5
|
20886 |
rode bieten |
rode bieten:
rooj biete (L329p Roermond),
rode kroten:
rooi kroten (L329p Roermond)
|
rode bieten; Wanneer ze als groente voor het eten bestemd zijn en er wordt thuis gevraagd: "Wat eten we vandaag?"wat wordt er dan geantwoord? "We eten vandaag ............. [DC 49 (1974)]
III-2-3
|
24508 |
rode bosbes |
bramel:
braomel (L329p Roermond),
brómel (L329p Roermond),
mormel:
WBD-WLD
mòrmələ (L329p Roermond)
|
De rode bosbes, vossebes (bospalm, naagdebes, kwachtbes, gourbes, kroos, kreus, rode bleek). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33257 |
rode klaver |
rode klee:
rōi̯ǝ [klee] (L329p Roermond)
|
Trifolium pratense L. Een 15 tot 50 cm hoge plant met paarsrode of roze bloemhoofdjes, die van juni tot de herfst bloeien. Rode klaver wordt vooral als veevoeder geteeld. Rode klaver gedijt, overigens evenals witte klaver, het best "onder dekvrucht", d.w.z. dat het tegelijk met een winterkoren wordt gezaaid en dan pas opkomt wanneer die dekvrucht in de herfst is geoogst. In het volgende seizoen wordt de klaver dan geweid of enkele malen gemaaid. Rode klaver is wat "kieskeuriger" dan witte klaver, stelt hogere eisen aan de grond, maar schiet goed recht op en laat zich gemakkelijker maaien. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.]
I-5
|
34033 |
rode koe |
rode koe:
rōi̯ [koe] (L329p Roermond)
|
Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 124]
I-11
|