e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
runderlapjes rindslapjes: Syst. WBD  rinsjlepkes (Roermond), rindslappen: rinsslappe (Roermond), runderlapjes: runderlepkes (Roermond), rundslapjes: Syst. Veldeke  runjslepkes (Roermond) Runderlapjes (krippot, kripvlees?) [N 16 (1962)] III-2-3
rundvee beesten: bēstǝ (Roermond), vee: (Roermond) Als vee gehouden runderen. Rundvee in het algemeen. Zie afbeelding 1. [N 3A, 1; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
rundvleessoep bouillon: Syst. Veldeke  boeljóng (Roermond), rindvleessoep: rindjvleischsoep (Roermond), rindjvleissoep (Roermond), rindvleissoep (Roermond), Syst. WBD  rindjvleissoep (Roermond), vleessoep: vleissoep (Roermond) Soep van rundvlees (rundsolf?) [N 16 (1962)] III-2-3
rups groene rups: WLD  ein greun roepsj (Roermond), rups: rups (Roermond), Veldeke  rups (Roermond), WLD  ein roepsj (Roermond) groene rups die koolbladeren tot op de nerf afvreet [N 26 (1964)] || rups [N 26 (1964)] III-4-2
rustaltaar rustaltaar: rösaltaor (Roermond) Een met bloemen versierd altaar dat langs de processieroute geplaatst is, rustaltaar [mei-altaar, heiligenhuisken, hilliejehuus-je]. [N 96C (1989)] III-3-3
rusten rust: rus (Roermond), rusten: ruste (Roermond), schaften: sjafte (Roermond) Rusten: rust houden na arbeid of vermoeienis (schoven, schoften). [N 84 (1981)] III-1-2
rusthuis armenhuis: èrməhōēs (Roermond), bejaardenhuis: bejaardehoes (Roermond), oudemannetjeshuis: aadmenkeshoes (Roermond) een instelling waar oude mensen kunnen wonen en/of verzorgd worden [oude-mannenhuis, pekenshuis] [N 90 (1982)] III-3-1
rustperiode in de winter winterslaap: wenjtjeršlǭp (Roermond) Periode van inactiviteit der bijen tijdens de winter. Met uitzondering van de darren overwintert het gehele bijenvolk. Een slaap is het niet te noemen. Er wordt namelijk wel voedsel opgenomen en verteerd, zij het in uiterst kleine hoeveelheden. Er zit ook enige beweging in de tros bijen. Hoe kouder het wordt, hoe dichter de bijen opeendringen. In het midden zit de koningin, omringd door een aantal jonge bijen. [N 63, 54a; N 63, 54b] II-6
ruw gereten: *  gereete henj (Roermond), gesprongen: *  gesjprónge henj (Roermond), schraal: sjraol (Roermond), schraap: sjraap (Roermond) kloven in de hand [kloove, klieve, sprunge, kreewe] [N 10 (1961)] || Ruw worden van handen en gewrichten (schraap, verharen). [N 84 (1981)] III-1-2
ruw, hard ruw: roew (Roermond, ... ), roewə (Roermond) zonder fijn gevoel, hard [rouw, ruw] [N 87 (1981)] III-3-1