20125 |
staart |
staart:
sjtert (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
štert (L329p Roermond),
štĕrt (L329p Roermond),
štɛrt (L329p Roermond, ...
L329p Roermond)
|
[A 2, 37; L 29, 27; S 35; monogr.]staart [DC 02 (1932)] || Zie afbeelding 2.37. [JG 1a, 1b; RND 60]
I-11, I-9, III-4-2
|
34225 |
staartkoord |
koord:
kø̜̄rt (L329p Roermond)
|
Koord waarmee men op stal de staart van de koe vastbindt. [N 3A, 14g]
I-11
|
34087 |
staartkwast |
kwast:
kwas (L329p Roermond)
|
Kwastig uiteinde van de staart. [N 3A, 114]
I-11
|
21272 |
stad |
stad:
štat (L329p Roermond)
|
stad [RND]
III-3-1
|
21749 |
stadsomroeper |
omroeper:
omreuper (L329p Roermond),
stadsomroeper:
sjtadsomreuper (L329p Roermond),
sjtatsomroopər (L329p Roermond)
|
de persoon die in een stad of dorp gemeentelijke berichtgeving mondeling bekend maakt [stadsomroeper, belleman] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23591 |
staf van de suisse |
staf:
sjtaaf (L329p Roermond)
|
De staf of hellebaard van de suisse [sjtaaf?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
28377 |
stal |
stal:
šta.l (L329p Roermond)
|
Een ruimte in het algemeen, die onderdak biedt aan vee. De benamingen kunnen zowel het gebouw, als de ruimte daarbinnen betreffen. Meestal wordt kortheidshalve van "de stal" gesproken, als men het veeverblijf en met name de koestal bedoelt. [JG 1a en 1b; Wi 11; S 50; L A1, 4; RND 97; monogr.; add. uit N 5A, passim]
I-6
|
33928 |
stalband |
halsband:
hals˱banjtj (L329p Roermond),
ketting:
keteŋ (L329p Roermond)
|
Leren band om de hals van het paard, waaraan de lijn of teugel wordt vastgemaakt om het op stal vast te binden. Vergelijk ook lemma Halster. [JG 1a; N 8, 91; N 13, 18b]
I-10
|
19548 |
stallantaarn |
stallamp:
sjtallamp (L329p Roermond)
|
stallamp
III-2-1
|
21135 |
stallen |
kanunnikenbanken:
kennunekebenk (L329p Roermond),
stallen:
sjtalle (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
sjtallə (L329p Roermond)
|
[voertuigen, rijwielen enz.] in een garage of bewaarplaats zetten [stallen, stationeren, garen] [N 90 (1982)] || De koorbanken aan de zijkanten van het priesterkoor [stallen, stalles, koorstallen, koorstoelen, kanunnikenbanken]. [N 96A (1989)]
III-3-1, III-3-3
|