e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stoep, trottoir stoep: štup (Roermond) stoep III-2-1
stof drek: drek (Roermond), stof: stoaf (Roermond), oa frans mon  sjtoaf (Roermond), vuil: voel (Roermond) stof [DC 23 (1953)] III-2-1
stof, zandx stof: štaof (Roermond), štóf (Roermond) stof III-4-4
stofblik blik: blik (Roermond) stofblik [DC 15 (1947)] III-2-1
stofdoek stofdoek: sjtaofdoek (Roermond), De sjtaofdook oetkloppe  sjtaofdoo:k (Roermond) stofdoek III-2-1
stoffen pantoffel pantoffel: pantoefele (Roermond), slof: sjloefe (Roermond, ... ), stoffen pantoffel: sjtóffe pantoefele (Roermond) sloffen, stoffen pantoffels met slappe zool [N 24 (1964)] III-1-3
stok of twijg om een kind te straffen lat: lat (Roermond), wits: wits (Roermond), witsje: witske (Roermond) een stok of twijg om een kind te straffen [lat] [N 87 (1981)] III-2-2
stokpaardje stokpaardje: [Met afbeelding].  sjtokpaerdje / sjtekpaerdje? (Roermond) [Stokpaardje]. III-3-2
stokpasser schuifpasser: šȳfpasǝr (Roermond) Passer, bestaande uit een lange metalen of houten staaf waarop twee stalen punten zijn gemonteerd waarvan er minstens één verstelbaar is. In één van de punten kan soms ook een potloodstift worden gezet. Zie ook afb. 85. De stokpasser wordt vooral gebruikt om cirkels en segmenten met zeer grote straal af te schrijven. [N 33, 252k; N 33, 264; N 64, 81c; N 66, 2c] II-11
stokroos stokroos: sjtokroos (Roermond) stokroos (althea rosea L.) [N 92 (1982)] III-2-1