20931 |
bitter |
bitter:
n Bittere sjmaak Zo bitter es gal t Is bitter koud
bitter (L329p Roermond)
|
bitter
III-2-3
|
18635 |
bivakmuts |
bivakmuts:
bivakmôts (L329p Roermond),
ijsmuts:
iesmöts (L329p Roermond)
|
bivakmuts, nauw om hoofd en hals sluitend wollen muts die alleen een deel van het gezicht onbedekt laat [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18113 |
blaar |
blaar:
blaor (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond)
|
Blaar: blaasachtige opzetting van de huid (blaar, blein). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
23574 |
blaasbalg van het orgel |
blaasbalg:
blaosbalg (L329p Roermond)
|
De blaasbalg van het orgel. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18096 |
blaasontsteking |
blaasontsteking:
blaosontsjtaiking (L329p Roermond),
blaosontstaiking (L329p Roermond)
|
Blaasontsteking: ontsteking van de urineblaas (koupis, droppelpis). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24469 |
blad (alg.) |
blad:
blaad (L329p Roermond)
|
blad
III-4-3
|
26745 |
blad van de heizeis en heizicht |
blad:
blāt (L329p Roermond)
|
Het blad van de heizicht is kleiner en vooral korter dan het blad van de heizeis. [I, 26e; N 18, 77a]
II-4
|
33043 |
blad van de zicht |
blad:
blāt (L329p Roermond)
|
Het gebogen ijzeren deel van de zicht dat aan de onderkant van de steel bevestigd is. Met de scherpe, holle kant wordt het koren, graan, enzovoorts gemaaid. Vergelijk de algemene toelichting bij paragraaf 4.2 met name voor wat betreft de gelijkenis van het blad van de zicht met dat van de zeis, en ook de toelichting bij het lemma ''blad van de zeis'' (3.2.11) in aflevering I.3 en de daarbij horende kaart. Zoals bij de zeis vindt men ook hier, bij het "werkende deel" van het gereedschap, de benamingen van het gereedschap als geheel: zicht en pik. Zie afbeelding 5. Voor de fonetische documentatie van het woord [zicht] zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). [N 18, 70c; JG 1a; monogr.]
I-4
|
33156 |
blad van het strosnijmes |
blad:
blāt (L329p Roermond)
|
Het metalen deel van het strosnijmes. Vergelijk ook de lemma''s ''blad van de zeis'' (3.2.11) in aflevering I.3 en ''blad van de zicht'' (4.3.7) in deze aflevering. Zie voor het verschijnsel dat de naam van de gereedschap als geheel ook wordt gebruikt voor het werkend deel ervan, ook het lemma ''vlegelknuppel, slaghout'' (6.1.10) in deze aflevering). Zie afbeelding 18, c. [N 18, 103a]
I-4
|
32972 |
blad, bladeren van een plant |
blaadje:
blē̜tjǝ (L329p Roermond),
blad:
blāt (L329p Roermond),
blader:
blāi̯ǝr (L329p Roermond)
|
Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.]
I-4
|