19007 |
voornemens zijn |
van plan zijn:
van plan zeen (L329p Roermond),
voorhebben:
veur höbbə (L329p Roermond),
voornemens zijn:
veurnaemes zeen (L329p Roermond),
veurnaimes (L329p Roermond)
|
van plan zijn, het voornemen hebben [getijd zijn/hebben, betijd hebben, vörgers zijn] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17852 |
vooroverduikelen |
duikelen:
duukele (L329p Roermond),
duiken:
duke (L329p Roermond),
kopkeukelen:
kopkuikele (L329p Roermond),
struikelen:
(F)
sjtrūūkele (L329p Roermond)
|
duikelen, voorover vallen [stulpe, stölpe] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
34132 |
voorpoten met dikke knie |
stalpoten:
štalpø̄t (L329p Roermond)
|
[N 3A, 143; monogr.]
I-11
|
21855 |
voorraad |
voorraad:
veurraod (L329p Roermond),
veurraot (L329p Roermond),
voorraot (L329p Roermond)
|
de hoeveelheid goederen die in een winkel aanwezig is om te verkopen [voorraad, reserve, mörske] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
33206 |
voorrooien |
onderzoeken:
oŋǝrzø̄kǝ (L329p Roermond)
|
Controleren of de aardappelen rijp zijn, of ze voldoende groot zijn om gerooid te worden. Omschrijvende uitdrukkingen zoals "kijken of de aardappelen rijp zijn" zijn hier niet opgenomen. [N 12, 20]
I-5
|
21504 |
voorschieten |
voorschieten:
veur eemes veursjeete (L329p Roermond),
veursjeete (L329p Roermond),
veursjete (L329p Roermond)
|
Voorlopig voor iemand betalen [verschieten? b.v. ik zal het wel voor u verschieten?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18278 |
voorschoot, schort (alg.) |
scholk:
scholk (L329p Roermond),
sjolk (L329p Roermond),
Zie ook afb. p. 267. NB p. 312: voorschoot, niet gebr.; men zegt sjolk.
sjolk (L329p Roermond)
|
Hoe noemt men het katoenen, wollen of zijden kledingstuk, dat de vrouw bij het werk draagt om haar kleren tegen vuil worden te beschermen en dat of de gehele voorzijde van het lichaam, of hoofdzakelijk de rok bedekt ? [DC 15 (1947)] || schort || voorschoot, werkschort zonder borststuk scholk, skolk, veuring, veurik, sloep, sloof, slopschorteldoek] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
28561 |
voorspelen |
invliegen:
envlēgǝ (L329p Roermond)
|
Het voor de woning op en neer dansen van jonge bijen in het voorjaar. Dit gebeurt bij reinigingsvluchten en ook tijdens het hoogtepunt van het broedseizoen. De jonge bijen prenten dan waarschijnlijk het uiterlijk en de ligging van hun woning in. Zij blijven vlak voor de woning op en neer dansen met hun kop naar de vliegopening gericht. [N 63, 57a]
II-6
|
33353 |
voorstal, voedergang |
voerderij:
vōrderi (L329p Roermond),
voergang:
vōrgaŋk (L329p Roermond),
voerij:
vōrī, vōri (L329p Roermond),
voorstal:
vø̄r[stal] (L329p Roermond)
|
Het voorste gedeelte van de stal, gelegen tussen de (brand)muur van het woongedeelte en de voedergoot van de koeien. In een enkele dwarsstal, waarin de koeien met de kop naar het woongedeelte gekeerd staan, is het tevens de voedergang. In een dubbele dwarsstal, waarin de koeien met de staart naar elkaar toe staan, is de voorstal meestal de wat bredere voedergang langs de voorste rij koeien. In een dubbele dwarsstal, waarin de koeien met de kop naar elkaar toe staan, bevindt de voorstal zich opzij van de dubbele koeienstand. In een dubbele langsstal, waarin twee rijen koeien in de lengterichting van de stal staan, is het de vrije ruimte tussen het woonhuis en de dubbele koeienstandplaats. In de voorstal wordt het voer klaar gemaakt, wordt voer voor direct gebruik bewaard en bevinden zich toestellen en machines, zoals bietensnijmachine en veevoederkookketel. De voorstal is soms een tussen stal en keuken gelegen, apart vertrek geworden. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). Zie afbeelding 8. [N 5A, 34a, 40a, 46a en 48a; N 4, 72 en 77; S 50; monogr.]
I-6
|
33355 |
voorstaldeur |
staldeur:
[staldeur] (L329p Roermond),
voerdeur:
vōrdø̄r (L329p Roermond),
zijdeur:
zidø̄r (L329p Roermond)
|
De deur van de voorstal, de gebruikelijke toegang voor personen tot de stal, waardoor tevens het groenvoer naar binnen wordt gebracht. Zie voor de fonetische documentatie van de woorddelen (koestaldeur), (staldeur) en (stalpoort) het lemma "stalpoort, staldeur" (2.1.3). [N 5A, 34b en 53b; add. uit N 5A, 53c]
I-6
|