20016 |
crocus (crocus vernus l.) |
krokus:
crocus (L329p Roermond)
|
Crocus (crocus vernus). De bloemen zijn paars, geel, wit of gestreept. De bladeren zijn iets korter dan de bloem, donkergroen met een brede witte streep in het midden. Bloemen alleen of bij paren, omgeven door 1 schedeblad, de bloemen en bladeren zijn ing [N 92 (1982)]
III-2-1
|
23416 |
crypte |
crypte (<fr.):
crypte (L329p Roermond),
kripte (L329p Roermond)
|
De ruimte, de kelder onder het priesterkoor, vroeger gebruikt als grafkelder [crypte, krocht?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
32810 |
cultivator, extirpator |
cultivator:
køltivātǝr (L329p Roermond)
|
De cultivator, extirpator of woeleg is een 3- of 4-wielig of op twee lopers voortglijdend akkerwerktuig met op een schaar eindigende tanden, die d.m.v. een hefboom tegelijk versteld kunnen worden. Aan het raam van een wielcultivator zitten 5 of meer C-vormige veertanden (zie afb. 77) of rechte stelen (zie afb. 78), die elk van een pijlvormige beitel, resp. een kleine dubbelschaar zijn voorzien. Dit lemma betreft de cultivator in het alge-meen. Voor termen die op de sleepcultivator toepasselijk zijn, zie men het volgende lemma. Wat in het onderstaande met ''eg'' en ''eg'' bedoeld wordt, is aangegeven in het lemma ''eg''. [JG 1a + 1b+ 1d + 2c; N 11, 78a; N 11A, 150a + c; N J, 10; N 18, 52 add.; div.; mono-gr.]
I-2
|
24327 |
daas (tabanidae) |
daas:
daas (L329p Roermond),
daasvlieg:
WBD/WLD
dààsvleeg (L329p Roermond),
scheeldees:
sjeldaize (L329p Roermond)
|
Hoe noemt u de grote vlieg waarvan verschillende soorten in ons land voorkomen. De wijfjes zuigen bloed bij grote zoogdieren en mensen. De grote soorten steken pijnlijk en achtervolgen mensen en dieren met grote hardnekkigheid (daas, dazerik, dol) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
20895 |
dadel |
dadel:
dadel (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond),
LDB
dadel (L329p Roermond),
WBD-WLD
dáádəl (L329p Roermond)
|
De vrucht van de dadelpalm (dadel, smeerlap, vijgedaal). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
23959 |
dagelijkse zonde |
dagelijkse zonde:
dagelekse zuunj (L329p Roermond)
|
Dagelijkse zonde [leslieje zung]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24898 |
dageraad |
aanbreken:
aanbréékə (L329p Roermond)
|
het aanbreken van de dag [lamieren, krieken] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
23533 |
dagmissaal |
dagmissaal:
daagmissaal (L329p Roermond)
|
Een kerkboek met misgebeden voor alle dagen van het kerkelijk jaar [dagmissaal?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21724 |
dagvaarden |
oproepen:
ps. invuller twijfelt over dit antwoord (er staat een vraagteken achter!).
oproopə (L329p Roermond)
|
iemand laten weten dat hij voor de rechter moet verschijnen [ontbieden, pressen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21723 |
dagvaarding |
dagvaarding:
dagvaarding (L329p Roermond)
|
de mededeling aan een verdachte of getuige dat hij op een bepaald tijdstip voor de rechter moet verschijnen [dagvaarding, dagement] [N 90 (1982)]
III-3-1
|