e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roermond

Overzicht

Gevonden: 6145
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beurs achter in het portaal (<oudfr.): achter in t pertaol (Roermond) De ruimte achter in de kerk, tussen de laatste bank en de deur van het kerkportaal [de beurs?]. [N 96A (1989)] III-3-3
beurse plek bluts: bluts (Roermond) Een appel of peer oppervlakkig beschadigen zoda er een zachte plek ontstaat (blutsen, kneuzen, keuzen). [N 82 (1981)] III-2-3
bevallen bevallen: beva:lle (Roermond), bevalle (Roermond), kindje krijgen: keendje kriege (Roermond), kiendje kriege (Roermond) bevallen || Bevallen: een kind ter wereld brengen (bevallen, vallen, een kindje krijgen, kinderen winnen, omschudden, kopen). [N 84 (1981)] III-2-2
bevel bevel: beve:l (Roermond), bəvèl (Roermond, ... ), opdracht: opdrach (Roermond, ... ), order: order (Roermond, ... ) bevel || een opdracht waaraan gehoorzaamd moet worden [bevel, beveel, last, orden] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
bevelen bestellen: bəstèllə (Roermond, ... ), bevelen: bevaele (Roermond), bevaile (Roermond, ... ), bəvéélə (Roermond, ... ), bevelen geven: bevaele gaeve (Roermond), commanderen: commandere (Roermond), commanderen (<fr.): commandere (Roermond) bevelen || bevelen geven || iemand nadrukkelijk of met gezag opdragen iets te doen [heten, hieten, ordenen, bestellen, bevelen] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
bevend schudden met de huid razelen: rāzǝlǝ (Roermond) Rillen, beven, huiveren, vooral na zware arbeid, bij koude en uit angst. [N 8, 66 en 68] I-9
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal voerderij: [voerderij] (Roermond), voerhuis: [voerhuis] (Roermond) De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c] I-6
beweeglijk rondlopen druk rondlopen: (F)  drök róndjloupe (Roermond), kwinkeleren: kwinkleere (Roermond), lopen wie een kwikstaart: hae löp wie ne kwiksjtert (Roermond), vegen: vaige (Roermond) lopen: beweeglijk rondlopen [ritse, kwinkeleere] [N 10 (1961)] III-1-2
bewerkelijk (zijn) bewerkelijk: bewerkelik (Roermond), gecompliceerd: gekompleseerd (Roermond) niet eenvoudig wat de bewerking betreft, veel tijd eisend [ruizig] [N 85 (1981)] III-1-4
bewerken van de duig voor het drogen afreien: afręjǝ (Roermond), schillen: šelǝ, šęlǝ (Roermond) De duig na het klieven een eerste, ruwe bewerking geven met behulp van de kuipersbijl en het kapmes. Het hout is dan nog zacht en daardoor makkelijker te bewerken dan gedroogd hout. [N E, 12; N E, 13a] II-12