33506 |
tuinbonen |
spekbonen:
sjpekbone (L329p Roermond),
sjpekboon (L329p Roermond),
wollebonen:
wolleboon (L329p Roermond),
wòlle bone (L329p Roermond),
wölle bonen (L329p Roermond),
wölleboon (L329p Roermond),
LDB
wullebone (L329p Roermond),
WBD-WLD
wöllə boonə (L329p Roermond)
|
Een jonge tuinboon die men met schil en al eet (wilde wan, wollenwantje, pulleke, spekboon, sluimererwt). [N 82 (1981)] || Een tuinboon, een grote soort boon labboon, paardsboon, boerenteen, molleboon, mokboon, wul, zwartvoet, huisboon, moffelboon, duiveboon, flodderboon, moffel, moffeboon, knauwboon, willeboon, paardeboon, jodenboon, roomse boon). [N 82 (1981)] || tuinbonen
I-7
|
24258 |
tuinfluiter |
boerennachtegaal:
boorenachtegaal (L329p Roermond)
|
tuinfluiter
III-4-1
|
19738 |
tuingeranium |
geranium:
geranīum (L329p Roermond),
sjranie:ju:m (L329p Roermond),
šran‧ijøm (L329p Roermond)
|
geranium || Tuingeranium (pelargonium zonale). Bladeren met enige ondiepe insnijdingen (gelobd) en gekartelde rand, in omtrek niervormig. Evenwijdig met de bladeren loopt midden op het blad een donkere band (zone). De bloemen zijn rood of anders van kleur, vele bloem [N 92 (1982)]
III-2-1
|
33593 |
tuinkers |
tuinkers:
tuinkers (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond),
LDB
tuinkers (L329p Roermond)
|
De kruiden die bij de bereiding bij groente of vlees gevoegd worden om de smaak van het gerecht te verbeteren, in het algemeen (kruid, toekruid, specerij). [N 82 (1981)] || Tuinkers; de plant heeft duidelijk witte of roodachtige bloempjes in een smalle tros en schuinopstaande vruchtjes die ongeveer een halve cm lang zijn, de bladerenzijn zeer fijn verdeeld, de stengel en kalkrijke vruchten zijn blauw berijpt (kers, tuinkers, [N 82 (1981)]
I-7
|
33542 |
tuinkervel |
kelver:
LDB
kelver (L329p Roermond),
kervel:
kervel (L329p Roermond),
kirvel (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond),
LDB
kervel (L329p Roermond),
WBD-WLD
kèrvəl (L329p Roermond)
|
kervel || Tuinkervel; een één of tweejarig kruid, 30-60 cm hoog, met witte bloemen; de bladeren worden gebruikt in soep, sausen en salade (kervel, gervel, kelver, scharnpiep). [N 82 (1981)]
I-7
|
19993 |
tuinman |
gardenier:
g‧ɛrdən‧ēr (L329p Roermond)
|
tuinman
III-2-1
|
33615 |
tuinman, boomkweker |
boomsnoeier:
JK Begrip te splitsen? veel samenstellingen met boom- uit RND zijn geconstrueerd; de andere hebben de ruimere betekenis van tuinman.
bomšnøjər (L329p Roermond),
hovenier:
JK Begrip te splitsen? veel samenstellingen met boom- uit RND zijn geconstrueerd; de andere hebben de ruimere betekenis van tuinman.
haoveneer (L329p Roermond)
|
[RND 08]
I-7
|
18710 |
tuinwant |
doornhaas:
döörhaasse (L329p Roermond)
|
wanten, dikke, vaak leren ~, om in doornheggen te werken [tuunen, tuinheisje, döörheusje] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
19512 |
tuit |
tuit:
tuit (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L329p Roermond),
Den täöt van de kóffiepot is versjtop
täöt (L329p Roermond)
|
tuit || tuit van de waterketel van koper of ijzer en met hengsel en tuit [N 20 (zj)]
III-2-1
|
20746 |
tulband |
cake:
keek (L329p Roermond),
tulband:
tulbandj (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
tulbanjd (L329p Roermond),
Syst. Veldeke
tulbandj (L329p Roermond),
Syst. WBD
tulbantj (L329p Roermond),
turkse muts:
Syst. WBD
turkse möts (L329p Roermond)
|
Tulband (redong, bont, bontekoek, turkse muts, sultan?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|