23507 |
bestelde mis |
bestelde dienst:
besjteldje deenst (L293p Roggel),
bestelde mis:
besteldje mes (L293p Roggel)
|
Een bestelde H. Mis. [N 96B (1989)] || Een mis die gelezen wordt op verzoek van de gelovigen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21023 |
beurs |
onder de oksaal:
onger de exoal (L293p Roggel)
|
De ruimte achter in de kerk, tussen de laatste bank en de deur van het kerkportaal [de beurs?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
33843 |
bevend schudden met de huid |
daveren:
dāvǝrǝ (L293p Roggel),
razelen:
rāzǝlǝ (L293p Roggel)
|
Rillen, beven, huiveren, vooral na zware arbeid, bij koude en uit angst. [N 8, 66 en 68]
I-9
|
23560 |
bewieroken |
bewieroken:
bewierouke (L293p Roggel)
|
Wieroken, bewieroken [wiereke?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25107 |
bewolkte lucht |
duistere lucht:
de locht den hemel is duster (L293p Roggel)
|
Hoe zegt men in uw dialect: De lucht, de hemel is bewolkt, je ziet geen sterren. [DC 30 (1958)]
III-4-4
|
19613 |
bezem |
bezem:
bēsəm (L293p Roggel),
gemaakt van berken tenen of brem Zie tekening 1 (links)
bèsem (L293p Roggel),
straatbezem:
Zie tekening: 3 (rechts) van cocos
straotbèsem (L293p Roggel)
|
bezem [RND] || bezem (soorten) [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19729 |
bezemsteel |
steel:
stēəl (L293p Roggel)
|
bezemsteel [RND]
III-2-1
|
23668 |
biddag |
bededag:
beijdaag (L293p Roggel)
|
Een dag van aanbidding van het Allerheiligste in de loop van het jaar, per parochie verschillend [biddag, bèèjdaag?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23200 |
bidden |
beden:
beije (L293p Roggel)
|
Bidden, beden, zich beden [bidde, bèèje, zich bèèje, zich bèëne?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23702 |
bidden uit dankbaarheid |
danken:
danke (L293p Roggel)
|
Bidden uit dankbaarheid [danke?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|