e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roggel

Overzicht

Gevonden: 2002

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bestelde mis bestelde dienst: besjteldje deenst (Roggel), bestelde mis: besteldje mes (Roggel) Een bestelde H. Mis. [N 96B (1989)] || Een mis die gelezen wordt op verzoek van de gelovigen. [N 96B (1989)] III-3-3
beurs onder de oksaal: onger de exoal (Roggel) De ruimte achter in de kerk, tussen de laatste bank en de deur van het kerkportaal [de beurs?]. [N 96A (1989)] III-3-3
bevend schudden met de huid daveren: dāvǝrǝ (Roggel), razelen: rāzǝlǝ (Roggel) Rillen, beven, huiveren, vooral na zware arbeid, bij koude en uit angst. [N 8, 66 en 68] I-9
bewieroken bewieroken: bewierouke (Roggel) Wieroken, bewieroken [wiereke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bewolkte lucht duistere lucht: de locht den hemel is duster (Roggel) Hoe zegt men in uw dialect: De lucht, de hemel is bewolkt, je ziet geen sterren. [DC 30 (1958)] III-4-4
bezem bezem: bēsəm (Roggel), gemaakt van berken tenen of brem Zie tekening 1 (links)  bèsem (Roggel), straatbezem: Zie tekening: 3 (rechts) van cocos  straotbèsem (Roggel) bezem [RND] || bezem (soorten) [DC 15 (1947)] III-2-1
bezemsteel steel: stēəl (Roggel) bezemsteel [RND] III-2-1
biddag bededag: beijdaag (Roggel) Een dag van aanbidding van het Allerheiligste in de loop van het jaar, per parochie verschillend [biddag, bèèjdaag?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bidden beden: beije (Roggel) Bidden, beden, zich beden [bidde, bèèje, zich bèèje, zich bèëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bidden uit dankbaarheid danken: danke (Roggel) Bidden uit dankbaarheid [danke?]. [N 96B (1989)] III-3-3