e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roggel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nek nek: nàk (Roggel) nek [DC 01 (1931)] III-1-1
nerfkant nerf: nɛ̄rf (Roggel) De kant van de huid waar het haar heeft gezeten. [N 60, 3a; N 60, 3c; N 36, 2a] II-10
nestkastje vogelkastje: vōgəlkɛšə (Roggel) vogelkastje: Hoe noemt u in uw dialect een kastje voor vogels om in te nestelen dat men aan het huis of een boom hangt? [N 100 (1997)] III-4-1
netmaag netmaag: nɛtmāx (Roggel) De tweede maag van de koe, de langwerpige maag. [N 28, 81; A 9, 11b] I-11
neus naas: nās (Roggel), neus: nās (Roggel), punt: pønjtj (Roggel) Het voorste deel van de schoen dat de tenen omsluit. [N 60, 25; N 60, 23a] || neus [DC 01 (1931)] II-10, III-1-1
neus van een schoen naas: naas (Roggel), punt: punjt (Roggel) Het voorste deel van de schoen, dat de tenen omsluit (neus, neuslap) Zie tek. 23. [N 60 (1973)] III-1-3
neuslap nieuwe naas: (mv)  nū nāzǝ (Roggel) Reparatiestuk voor de neus van de schoen. [N 60, 233e] II-10
neusvleugel neusvleugel: nāsvlĕŭgəl (Roggel) neusvleugel [DC 01 (1931)] III-1-1
nicht nicht: neen  nicht (Roggel) nicht; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van nichten (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achternichten?) [DC 05 (1937)] III-2-2
nieren nieren: nērǝ (Roggel), niertjes: nērkǝs (Roggel) Boonvormig orgaan dat dient tot afscheiding van de urine. De opgaven zijn alle meervoud. [N 28, 88d] I-11