e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roggel

Overzicht

Gevonden: 2002
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
biechtstoel biechtstoel: beechsjtool (Roggel) De biechtstoel, het meestal houten optrekje waarin de priester biechthoort [biech(t)sjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3
bieden bieden: be.jə (Roggel) bieden [RND] III-3-1
bier bier: béér (Roggel) bier [RND] III-2-3
bies snammel: šnamǝl (Roggel), strook: štrōk (Roggel) Een reep leer in het algemeen. [N 60, 18a] II-10
bies [wld ii.10, p. 25] snammel: sjnamməl (Roggel), strook: sjtrook (Roggel) Een reep leer in het algemeen? (bies) [N 60 (1973)] III-1-3
biestmelk biest: bēs (Roggel) De eerste melk van de koe, nadat ze gekalfd heeft. [L 32, 100; JG 1a, 1b; S 3; A 7, 18; monogr.] I-11
bij bij/bie: bi-j (Roggel) De gewone honingbij. Het lichaam van de bij bestaat uit drie delen: 1) de kop of het voorlijf met de voelhorens, de ogen, de tong en de kaken, 2) de borstkas met de poten en de vleugels, 3) het achterlijf waarin twee magen zitten, de honingmaag en de spijsmaag. In het uiteinde van het achterlijf zit de angel die de bij als wapen gebruikt. De bij leeft uitsluitend in en met een gemeenschap of volk. Men onderscheidt drie verschillende verschijningsvormen: koninginnen, darren en werkbijen. De bij zuigt nectar uit bloemen en maakt er honing van. Binnen dit lemma is gekozen voor het woordtype bij/bie, omdat het niet steeds duidelijk is of de dialectvarianten door één van beide c.q. welke dialectvarianten door de een en welke door de ander vertegenwoordigd worden. Bij de overige lemmata in deze aflevering worden de hier bedoelde dialectvarianten, voorkomend als simplex zowel als in samenstellingen, verantwoord door middel van het woordtype (-)bij(-). [N 63, 12a; N 63, 12b; N 63, 12c; JG 1a + 1b; JG 2b-5, 1a; JG 2c; L 1a-m; S 3; N 63, 62a; Ge 37,1; A 9,1; monogr.] II-6
bij het stappen de hoeven naar buiten bewegen frans staan: frans štǭn (Roggel), maaien: męi̯ǝ (Roggel) In dit lemma staan ook de antwoorden op vraag N 8, 77: "met de hoeven naar buiten gekeerd staan". [N 8, 72, 75, 77, 78a en 86] I-9
bij het stappen de hoeven niet voldoende opheffen slepen: šlɛ̄i̯pǝ (Roggel), stroffen: štrufǝ (Roggel) [N 8, 80] I-9
bij het stappen de voeten kruiselings plaatsen kremmen: krɛmǝ (Roggel) [N 8, 76] I-9