20693 |
bloedworst |
bloedworst:
blootworst (L293p Roggel),
om te braden in schijfjes
bloodwors (L293p Roggel)
|
bloedworst [N 06 (1960)]
III-2-3
|
24305 |
bloedzuiger |
echel:
echel (L293p Roggel)
|
bloedzuiger [DC 30 (1958)]
III-4-2
|
24523 |
bloeien |
bloeien:
blȳi̯ǝ (L293p Roggel)
|
De algemene uitdrukking voor het in bloei staan of bloesem dragen van planten en gewassen. In het materiaal-JG is uitdrukkelijk opgegeven dat het om het bloeien van koren gaat. In dit lemma worden de werkwoorden bijeengezet; in het volgende lemma komen de zelfstandige naamwoorden aan bod. [JG 1a, 1b; L A2, 373; L 32, 77, R 1, 37; monogr.]
I-4
|
24471 |
bloem (alg.) |
bloem:
blo.mə (L293p Roggel),
bloemetje:
bleumke (L293p Roggel)
|
bloem || bloemen [RND]
III-4-3
|
19646 |
bloemperk |
perk:
pɛrk (L293p Roggel)
|
Hoe noemt u het afgeperkt deel van een tuin met bloemen? [N 104 (2000)]
III-2-1
|
30982 |
blokhak |
blokhak:
blǫkhak (L293p Roggel)
|
Een halve Franse hak, ter hoogte van 3 cm, voor damesschoenen. [N 60, 126c; N 60, 126b; N 60, 126d]
II-10
|
18461 |
blokhak [wld ii.10, p. 37] |
blokhak:
blòkhak (L293p Roggel),
Maar kwam niet voor, althans niet in leer.
blòkhak (L293p Roggel)
|
Een bijzonder model hak, halfhoog d.w.z. ongeveer 7 cm, zo breed als een gulden en sierlijk van lijn? (franse hak? [N 60 (1973)] || Een halve franse hak, ter hoogte van 3 cm, voor damesschoenen? (blokhak?) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
32982 |
boekweit |
boekweit:
bōkǝntj (L293p Roggel)
|
Fagopyrum esculentum Moench. Een graansoort die gemakkelijk groeit op weinig vruchtbare grond. Boekweit kent geen aren; de korrels hangen in trosjes aan vertakkingen van de stengel. Het zaad is licht en wordt zeer dun gezaaid, slechts 20 kg per hectare. De samenstelling boekweit, -letterlijk "beuke-tarwe" (boek is wisselvorm van beuk), vanwege de drievlakkige vrucht- is kennelijk al snel ondoorzichtig geworden, temeer omdat het element ''weit'' voor "tarwe" in het zuiden van het Nederlandse taalgebied tot de uiterste oostrand beperkt was (zie het lemma ''tarwe'' (1.2.8) met kaart 8). Er zijn dan ook talrijke contractie-vormen ontstaan; het WNT geeft: boekeit, boeket, boekent. In de XVe eeuw is het gewas vanuit Aziē naar Europa ingevoerd; de eerste attestatie in het Nederlandse taalgebied dateert van 1440. De zegsman van K 278 merkt op: "Boekweit en koolzaad werden gewoonlijk alleen op het veld gedorst omdat het geen vervoer verdragen kon." Volgorde van de varianten 1) twee volledige syllaben 2) tweede syllabe toonloos 3) n-epenthese in tweede syllabe. Zie afbeelding 1, f.' [JG 1a, 1b; L 1 a-m; L lijst graangewassen, 1; R 3, 26; S 4; Wi 18; monogr.]
I-4
|
19773 |
boenen |
boenen:
bunə (L293p Roggel)
|
meubels en vloerzeil met behulp van was en een doek glimmend maken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19774 |
boenwas |
boensel:
bunsəl (L293p Roggel),
boenwas:
bunwas (L293p Roggel)
|
de was waarmee meubels en vloerzeil glimmend gemaakt worden [DC 15 (1947)]
III-2-1
|