24280 |
witte kwikstaart |
kwikstaart:
kwikstert (L293p Roggel),
ploegdrijver:
ploogdriever (L293p Roggel)
|
kwikstaart, wit [DC 26 (1954)] || witte kwikstaart
III-4-1
|
33913 |
witte vlekken |
wilde haar (vr.):
welj hǭr (L293p Roggel)
|
Kale plekken op de huid. Zij zijn een gevolg van zweren of verwondingen door de druk van zadel en tuig, ook van het toebrengen van slagen. Zie ook het lemma ''gedrukt'' (7.36). [N 8, 90s]
I-9
|
24574 |
witte waterlelie |
plomp:
-
plomp (L293p Roggel)
|
witte waterlelie [DC 17 (1949)]
III-4-3
|
24907 |
woensdagx |
goensdag:
goonsdig (L293p Roggel, ...
L293p Roggel)
|
dag; woensdag [N 07 (1961)]
III-4-4
|
21267 |
woord |
woord:
wo:rt (L293p Roggel)
|
woord [RND]
III-3-1
|
21096 |
wormsteek (subst.) |
wormsteek:
wormsteek (L293p Roggel)
|
wormstekig ve appel (subst.) [DC 23 (1953)]
III-2-3
|
21014 |
wormstekig |
gewormd:
geworremdj (L293p Roggel)
|
wormstekig ve appel [DC 23 (1953)]
III-2-3
|
20917 |
wrang |
wrang:
vrang peren
vrang (L293p Roggel)
|
wrang [DC 26 (1954)]
III-2-3
|
17679 |
wreef |
vrei:
vriej (L293p Roggel),
wreef:
vrejf (L293p Roggel)
|
Het hoogste deel van de voorzijde van de voet. [N 60, 36, N 60, 15b] || wreef - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)]
II-10, III-1-1
|
18436 |
wreef [wld ii.10, p. 23-24] |
wreef:
vri-jf (L293p Roggel)
|
Het hoogste deel van de voorzijde van de voet? (wreef, wrijf)? [N 60 (1973)]
III-1-3
|