e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roggel

Overzicht

Gevonden: 2002
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
communiekleed communiekleed: cummuniekleid (Roggel) Het kleed, de doek daarover [communiekleed, communiedoek]. [N 96A (1989)] III-3-3
communiezang communiezang: kemuuniezang (Roggel) Het misgezang tijdens of na de communie, de communio of communiezang. [N 96B (1989)] III-3-3
consecratie consecratie (<lat.): consecratie (Roggel) De consecratie [wandloeng?]. [N 96B (1989)] III-3-3
consecratiekaars consecratiekaars: consecratiekerse (Roggel) De consecratiekaars. [N 96B (1989)] III-3-3
contrefort contrefort: kǫntrǝfǭr (Roggel) Het stijve stuk leer dat tot meerdere stevigheid in de schacht wordt vastgekleefd, aan de hielkant, tussen leer en voering. "De contreforts (stijven) snijdt men steeds zoo dat zij den hiel omsluiten en zij mogen niet hooger of lager zijn, dan hun bestemming vordert. Te hooge contreforts schuren tegen den buitenenkel, te lage geven geen vastigheid, geen stand. Ook moeten zij van geschikte lengte zijn, n.l. dat zij behoorlijk tot v√≥√≥r de hak in het hol reiken. Boven schalmt men de contreforts goed af, wat naar onderen toe minder het geval mag zijn. Ook zorge men dat de contreforts boven het nodige slot hebben, zoodat zij goed tegen de leest aanliggen." (Kn√∂fel I, pag. 194). Zie afb. 36. [N 60, 80] II-10
corpus corpus (lat.): corpus (Roggel) Het corpus, de Christusfiguur van een kruisbeeld. [N 96B (1989)] III-3-3
credo credo (lat.): credo (Roggel) De gebeden of gezongen geloofsbelijdenis, het Credo. [N 96B (1989)] III-3-3
crypte grafkelder: graafkelder (Roggel) De ruimte, de kelder onder het priesterkoor, vroeger gebruikt als grafkelder [crypte, krocht?]. [N 96A (1989)] III-3-3
daas (tabanidae) dees: dais (Roggel) larve van de runderhorzel [DC 45 (1970)] III-4-2
dagmissaal dagmissaal: daagmissaal (Roggel) Een kerkboek met misgebeden voor alle dagen van het kerkelijk jaar [dagmissaal?]. [N 96B (1989)] III-3-3