e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roggel

Overzicht

Gevonden: 2002
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
eeltwrat, zweelwrat sporen: špǭrǝ (Roggel), wolfsklauw: wǫlfsklau̯ (Roggel), zweelwrat: zwēlvrat (Roggel) Wratvormige uitwassen (zweel = eelt) binnenwaarts aan de hoofdschenkels van voor- en achterpoten. Ze zijn, net als de vingerafrukken bij de mens, volkomen individueel. Men veronderstelt dat ze overblijfselen van een extra teen of aanhangsel zijn. Zie afbeelding 2.27. [A 4, 2e; L 20, 2e; N 8, 32.1, 32.3, 32.4, 32.13, 32.15 en 32.16] I-9
een aflaat verdienen aflaat verdienen: aafloat vurdeene (Roggel) Een aflaat verdienen/winnen/bekomen/halen/bidden [ne ablas verdeene?]. [N 96B (1989)] III-3-3
een blauwtje lopen de bons gekregen: de bons gekregen (Roggel) een andere benaming voor: hij heeft een blauwtje gelopen. Als een jongen door een meisje wordt afgewezen zegt men wel: --. Kent u voor dit feit in uw dialect een andere uitdrukking? (bv. hij heeft een blonde gelopen, een blauwe scheen krijgen, enz) [DC 52 (1977)] III-2-2
een boogje breken een bolle kant aan het glas breken: nǝ bǫlǝ kanjtj ān ǝt glās brę̄kǝ (Roggel), een goede kant aan het glas breken: nǝ gōjǝ kanjtj ān ǝt glās brę̄kǝ (Roggel) Het schrapglas in gebogen vorm breken, zodat men daarmee de zool kan schrappen. [N 60, 119c] II-10
een borstel aanzetten borstel aanzetten: borsǝl ānzętǝ (Roggel) Het aan de pekdraad bevestigen van een varkensborstel. Men splijt daarbij het varkenshaar gedeeltelijk en draait de twee spliteindjes kruislings om het spitse uiteinde van de pekdraad en zet de borsteleindjes vast in een gaatje in de pekdraad. [N 60, 198b] II-10
een boterham smeren een boterham smeren: ən bu̞təram smēͅrə (Roggel), een stoet smeren: een broodje  ən stùət smēͅrə (Roggel) smeren [RND] III-2-3
een ei ei: ē̜i̯ (Roggel) [L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.] I-12
een groef snijden groef maken: gruf mākǝ (Roggel) Een groef in het loopvlak van de zool maken. [N 60, 106c] II-10
een huis huren pachten: pechte (Roggel) een huis huren [DC 35 (1963)] III-2-1
een kruisje geven een kruisje geven: kruutske geive (Roggel) Een kind voor het slapen gaan met de duim een kruisje geven op het voorhoofd. [N 96B (1989)] III-3-3