e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roggel

Overzicht

Gevonden: 2002

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
akte akte: akte (Roggel) Een oefening/akte/akt van geloof, hoop, liefde, berouw [üboeng]. [N 96B (1989)] III-3-3
algemene begraafplaats algemene begraafplaats: algemein begraafplaats (Roggel) Een (algemene) begraafplaats voor niet-katholieken. [N 96A (1989)] III-3-3
allerheiligen allerheiligen: Alderheilige (Roggel), allerheilige (Roggel), Allerheilige (Roggel) Allerheiligen. [N 06 (1960)] III-3-3
allerzielen allerzielen: allerzeele (Roggel), Allerziele (Roggel), allerzielendag: Allerzieëledaag (Roggel) Allerzielen. [N 06 (1960)] III-3-3
altaar altaar (<lat.): altoar (Roggel) Een altaar [altaor, altooër, alter, outaar, outer?]. [N 96A (1989)] III-3-3
alziend oog alziend oog: alzeendj oug (Roggel) Een ingelijste plaat waarop een groot oog in een driehoek is afgebeeld, met daarbij de tekst: God ziet mij. Hier vloekt men niet. (Godsoog, Alziend Oog, Christusoog?). [N 96B (1989)] III-3-3
ambacht van schoenmaker schoenmaker: šōnmę̄kǝr (Roggel), schoester: šustǝr (Roggel) [N 60, 221a] II-10
ampullen ampullen (<lat.): ampøͅllə (Roggel) Het water- en het wijnkannetje die in de mis gebruikt worden, ampullen [pölle?]. [N 96B (1989)] III-3-3
angelustorentje angelustorentje: angelustoarke (Roggel) Het afzonderlijk torentje waarin de angelusklok hangt [angelustorentje?]. [N 96A (1989)] III-3-3
anjelier flet: flet (Roggel) [DC 17 (1949)] I-7