e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roggel

Overzicht

Gevonden: 2002
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoge rijgschoen bottine: bŏĕtiĕnnə (Roggel) De halfhoge schoen die indertijd door iedereen werd gedragen? (bottine?) [N 60 (1973)] III-1-3
hoge schoen met elastieken tussenstukken elastiekbottine: Elite.  élləstiĕkbŏĕtiĕnnə (Roggel) Een bottine waarvan het overleer uit een stuk bestond. Aan beide zijden van de schoen was een lap elastiek verwerkt. Zie tek. 206c (eenstuksbottine, elastiekbottine?) [N 60 (1973)] III-1-3
hol geleng: gǝlęŋk (Roggel) Het smalle middenstuk van de zool van een schoen dat hoger ligt dan de rest van de zool; het gedeelte waar zich de holte van de voet bevindt. [N 60, 89a] II-10
holblok holblok: hǫlblǫk (Roggel) Een blok hout met een uitholling waarop men door middel van een hamer het leer een kleine ronding geeft. [N 60, 98b] II-10
holenduif kleine bosduif: kleine bòsdoef (Roggel) holenduif III-4-1
holpijpje holpijp: holpīp (Roggel) Een stalen staafje dat van onderen een scherp gerand kokertje vormt. Hiermee kan men gaatjes in het leer slaan. Zie afb. 26. [N 60, 46a] II-10
hommel hommel: heumel (Roggel) hommel [DC 09 (1940)] III-4-2
hondenhok hondskooi: hondskaoj (Roggel) hondenhok [DC 10 (1941)] III-2-1
honing honing: honing (Roggel) Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.] II-6
honingdrank honingsbier: hōneŋsbēr (Roggel) Na de verwijdering van de honing uit de raten houdt men ruwe was over die gezuiverd wordt met water. De gegiste honing- en wateroplossing wordt dan mee of mede, honingdrank genoemd. [N 63, 120a; R 3, 45; Ge 37, 148; JG 2b-5, add.; monogr.] II-6