e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roggel

Overzicht

Gevonden: 2002
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
likker likker: lekǝr (Roggel) Het polijstinstrument in het algemeen. Volgens de informant van Q 235 duidt de benaming bout om het even welk werktuig aan met een gladde kop waarmee men met kracht over het leer wrijft. [N 60, 135a] II-10
liksel liksel: leksǝl (Roggel) De afgeschaafde kant van de schoen die men met een polijstinstrument gladwrijft. [N 60, 139] II-10
limonade limonade: limmenaad (Roggel, ... ) limonade door een rietje zuigen [DC 35 (1963)] III-2-3
linkerkant van het paard bij de hand: bi dǝ hantj (Roggel), binnenkant: benǝkanjt (Roggel) Kant waar de voerman het paard leidt. [N 8, 9 en 10] I-9
linkerleest linkse leest: leŋksǝ lɛjst (Roggel) De kromme leest waarop men een linkerschoen kan vervaardigen. [N 60, 185c] II-10
links, linkshandig links: links (Roggel) Zegt men van iemand die bij voorkeur zijn linker hand gebruikt: Hij is ... [DC 50 (1975)] III-1-2
linkshandig persoon linkse, een -: linkse (Roggel) Zegt men van iemand die bij voorkeur zijn linker hand gebruikt: Het is een ... [DC 50 (1975)] III-1-2
lip lip: løp (Roggel), lùp (Roggel) lip [DC 01 (1931)], [RND] III-1-1
lisdodde duivelskluppel: -  duuvelsklöppel (Roggel), lampenveger: -  lampevèger (Roggel) lisdodde [DC 13 (1945)] III-4-3
litanie van de rozenkrans litanie (<lat.) van onze-lieve-vrouw: litteniej van os leevrouw (Roggel) De litanie van O.L. Vrouw, het slot van het Rozenhoedje [littenïj, lietenïj, lieteniej, lietenej?]. [N 96B (1989)] III-3-3