33677 |
lichte klei |
zavel:
zǭvǝl (Q076p Romershoven)
|
Grondsoort die bestaat uit zand en klei. Zavel is lichte klei waarin het zandgehalte 60 tot 80% kan zijn. [N 27, 43; N 27, 41]
I-8
|
25239 |
lichte nevel |
nevel:
nuffel (nevel)
nyfəl (Q076p Romershoven)
|
lichte nevel die het zicht vertroebelt [donst, dook, blaok] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
18571 |
lichte overjas |
demi-saison (fr.):
dəmiseͅzoͅ (Q076p Romershoven)
|
herenoverjas, lichte ~ [sertoe] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
17647 |
lies |
lies:
līs (Q076p Romershoven)
|
Het vel of vlies rond een windei. [JG 1b, 1c, 2c]
I-12
|
33474 |
liggend dakvenster |
dakvenster:
dākvenstǝr (Q076p Romershoven)
|
Een dakvenster is een liggend raampje op het dak dat meestal geopend kan worden en dat dient ter belichting en beluchting van de zolder, ook wel als toegang tot het dak bij bijv. reparaties of om door naar buiten te kijken. Het is meestal te klein om hooi door te laten, maar grotere vensters kunnen wel daartoe dienen (zie het lemma "hooivenster", 3.4.5). [N 4A, 45c; monogr.]
I-6
|
34185 |
lijfbieden, prolapsus vaginae |
(de) koning stoten:
(de koe) støtǝ kø̄neŋ (Q076p Romershoven)
|
Het uitzakken van de bovenrand van de schede, die dan vooral bij liggende dieren buiten de schaamlippen te voorschijn komt als een roze bal, die meestal gauw min of meer ontstoken raakt. Een prolapsus vaginae ontstaat wanneer er een verslapping optreedt in het weefsel dat de vagina vasthoudt in het bekken. [N 3A, 97; N 52, 30a; A 48A, 44a]
I-11
|
33676 |
limburgse klei |
klei:
klęi̯ (Q076p Romershoven),
leemgrond:
lēmgront (Q076p Romershoven)
|
Vraag N 27, 42 vroeg naar benamingen voor löss of ø̄Limburgse kleiø̄ en vraag N 27, 45 naar die voor de ø̄bruine, taaie, Limburgse klei, vooral langs hellingenø̄. Op grond van de antwoorden zijn deze vragen tot √©√©n lemma versmolten. Van Dale (elfde druk, blz. 1610) definieert löss als volgt: ø̄vruchtbare, weinig plastische leemsoort, licht vuilgeel of roodgeel van kleur, in Nederland ook wel Limburgse klei genoemdø̄. [N 27, 42; N 27, 45; N 27, 33]
I-8
|
34091 |
linkerachterkwartier |
achterste linkerkwartier:
āstǝ leŋkǝkǝtīr (Q076p Romershoven)
|
Het kwartier van de uier links achter. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116b]
I-11
|
34090 |
linkervoorkwartier |
voorste linkse kwartier:
vyǝstǝ leŋkǝ kǝtīr (Q076p Romershoven)
|
Het kwartier van de uier links voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116a]
I-11
|
17617 |
lip |
lip:
lep (Q076p Romershoven)
|
Zie afbeelding 2.8 en 2.10. [JG 1a, 1b]
I-9
|