e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roosteren

Overzicht

Gevonden: 1846

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beschuit met muisjes beschuiten met muisjes: beschuuten mit muuskes (Roosteren, ... ) Beschuiten met muisjes [N 16 (1962)] III-2-2, III-2-3
beschuitpap beschuitenpap: beschuutepap (Roosteren) Melk met beschuiten (beschuitepap, luiwijvenpap, romme met bestelle?) [N 16 (1962)] III-2-3
bestendig weer vast (weer): vas weir (Roosteren), vaste lucht: vaste loch (Roosteren) bestendig weer [vaste lucht] [N 22 (1963)] III-4-4
betalen afschieten: aafscheten (Roosteren), over de brug komen: over de brùk kommen (Roosteren), van leer trekken: van lèer trèkken (Roosteren) Betalen, over de brug komen [afschieten?] [N 21 (1963)] III-3-1
beton beton: bǝton (Roosteren) Een mengsel van cementspecie met een grove toeslag, bijv. grind, steenslag of bims, dat in bepaalde verhouding onder toevoeging van water wordt gemengd en tot een steenachtige massa verhardt. Een betonmengsel van één deel cement, twee delen zand en drie delen kiezel werd in L 321 een 'missing' ('meseŋ'), van 'missen' ø̄mengenø̄, genoemd. [N 30, 47a; N 30, 50; monogr.] II-9
betonijzer bewapening: bǝwǭpǝneŋ (Roosteren) Metalen staven die in het beton worden aangebracht. Beton dat op deze wijze is versterkt, kan beter de erop uitgeoefende buig- en trekspanningen opnemen. De afzonderlijke staven van betonijzer noemde men in Q 83 'ijzers' ('ęjzǝrs'). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(beton)-' het lemma 'Beton'. [N 30, 51b] II-9
betonmolen mixer: meksǝr (Roosteren) Toestel dat wordt gebruikt bij het aanmaken van met name grote hoeveelheden betonspecie. De betonmolen bestaat uit een peer- of cilindervormige mengtrommel met een nuttige inhoud van 50 tot 1000 liter die door een een elektromotor of een verbrandingsmotor wordt aangedreven. In de mengtrommel zijn schoepen aangebracht die tijdens het ronddraaien van de trommel de betonspecie mengen. Boven de molen is een waterreservoir geplaatst waaruit de vereiste hoeveelheid water automatisch aan het mengsel wordt toegevoegd. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(beton)-' het lemma 'Beton'. [N 30, 50; monogr.] II-9
betrekken (lucht) overtrekken: de loch övertrek (Roosteren) dicht gaan zitten zodat er regen dreigt, gezegd van de lucht [de lucht overtrekt, groeit, belommert] [N 22 (1963)] III-4-4
beuk beuk: -  beuk (Roosteren) beuk (Fagus) [DC 39 (1965)] III-4-3
beukennootje beukennootje: -  beukeneutjes (Roosteren) beukennootje [DC 39 (1965)] III-4-3