e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roosteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
runderlapjes rindslapjes: rinsjlepkes (Roosteren) Runderlapjes (krippot, kripvlees?) [N 16 (1962)] III-2-3
rundvee beesten: bēstǝ (Roosteren), vee: (Roosteren), vīǝ (Roosteren) Als vee gehouden runderen. Rundvee in het algemeen. Zie afbeelding 1. [N 3A, 1; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
rundvleessoep rindsvleessoep: rinsjfleissop (Roosteren) Soep van rundvlees (rundsolf?) [N 16 (1962)] III-2-3
ruwe stenen leemstenen: lęjmstęjn (Roosteren) In de zon gedroogde, maar nog niet gebakken stenen. In de zon gedroogde stenen werden soms gebruikt voor binnenmuren. Voorwaarde was dat ze niet met water in aanraking kwamen. Volgens de invuller uit Q 83 waren de stenen voldoende gedroogd, wanneer zij wit uitsloegen. Men zei dan: de stenen zijn wit (d\ stēn zen wet). [N 30, 53c; N 98, 107; N 98, 164; monogr.; S 37 add.; N 31, 14 add.] II-8
sabbelen knauwelen: knāoewele (Roosteren), sabbelen: sabbele (Roosteren, ... ) sabbelen, bijv. op een grassprietje [sebbele, zabbere, zeewere] [N 10 (1961)] III-2-3
salamander salamander: salamander (Roosteren) salamander [DC 07 (1939)] III-4-2
sauslepel eierlepel: eierlépel (Roosteren), sauslepel: sôuslépel (Roosteren) lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
savooiekool savooiekool: sevoje kuël (Roosteren) [N Q (1966)] I-7
scapulier scapulier: ⁄n sjabbeleer (Roosteren) Scapulier (schouderkleed) [skabbeleer]. [N 07 (1961)] III-3-3
schaal schaal: diepe kom voor fruit  sjaal (Roosteren), vleesschaal: fleischsjaol (Roosteren) schaal; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1