e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roosteren

Overzicht

Gevonden: 1846
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bijten bijten: biete (Roosteren) bijten [DC 37 (1964)] III-2-3
biljet van duizend gulden briefje van duizend: breefke van doezend (Roosteren) 1000 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
biljet van honderd gulden bankje: bankje (Roosteren), briefje van honderd: breefke van honderd (Roosteren) 100 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
biljet van tien gulden briefje van tien: breefke van teèn (Roosteren), tientje: tientje (Roosteren) 10 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
biljet van twintig gulden briefje van twintig: breefke van twintjig (Roosteren) 20 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
biljet van vijfentwintig gulden briefje van vijfentwintig: breefke van vief en twintjig (Roosteren) 25 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
biljet van vijftig gulden briefje van vijftig: breefke van vieftig (Roosteren) 50 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
billen batsen: batsǝ (Roosteren), batsǝn (Roosteren), vot: vǫt (Roosteren) Het achterwerk van de koe. [N 3A, 112] I-11
binder binder: bēnjǝr (Roosteren) Degene die achter de maaier of aflegger aankomt en die de door hem gemaakte geleggen tot schoven bindt. Vergelijk ook het lemma ''aflegger'' (4.4.4). Soms is door de zegsman de opgave van de mannelijke vorm aangevuld met de aanduiding van de vaak voorkomende vrouwelijke vorm; waar deze afleiding onregelmatig is, is deze hier ook aangegeven. [N 15, 15c en 26; monogr.] I-4
binnenbeer binnenbeer: benǝbē̜r (Roosteren) Mannelijk varken dat door geslachtelijke afwijking niet als zodanig herkenbaar is. Men noemt een varken een binnenbeer, als het slecht gesneden is of als men het moeilijk kan castreren. Doorgaans is het een mannelijk varken waarbij de teelballen niet zijn ingedaald. [N 19, 10; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 49e; monogr.; N 76, 10 add.] I-12