33936 |
bit |
gebit:
gebēt (L373p Roosteren)
|
IJzeren mondstuk aan het hoofdstel dat men een paard in de mond, boven de onderkaak legt, en waaraan de teugels bevestigd zijn. De meeste bitten bestaan uit een rechte stang, sommige hebben een beugel in het midden om te voorkomen dat het paard zijn tong op de stang legt. Voor enkele plaatsen (L 270, Q 75, 94, 169, 174 en179) wordt gemeld dat de opgegeven term ook ter aanduiding van het wolfsgebit gebruikt wordt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 19, 38b, 41; L 35, 45b; monogr.]
I-10
|
29937 |
blad van de troffel |
blad:
blāt (L373p Roosteren)
|
Het driehoekige metalen blad van de troffel, dat dient om de specie op de steen aan te brengen en uit te strijken. De afmeting van het blad kan, afhankelijk van de aard van de werkzaamheden, verschillen. Het blad van een troffel heeft een gebogen en een rechte zijde. De rechte kant wordt gebruikt voor het opvangen van uitpuilende specie, de gebogen kant voor het hakken van stenen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(troffel-)' het lemma 'troffel'. [N 30, 7b; monogr.]
II-9
|
32972 |
blad, bladeren van een plant |
blad:
blāt (L373p Roosteren),
blader:
blāi̯ǝr (L373p Roosteren)
|
Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.]
I-4
|
34405 |
blaten |
blaten:
blaten (L373p Roosteren)
|
Geluid voortbrengen, gezegd van een schaap. [N 19, 76a; S 52, add.; Vld.; monogr.]
I-12
|
24473 |
blauwe bosbes |
marmel:
marmel (L373p Roosteren)
|
bosbes, alg. [Roukens 03 (1937)]
III-4-3
|
24122 |
blauwe reiger, reiger |
reiger:
eigen spelling; omgespeld
reͅi̯gər (L373p Roosteren)
|
reiger (91 bekende vogel; grijs; hangkuif, donkere borstveren; algemeen langs het water; broedt in enkele kolonies in hoge bomen [N 09 (1961)]
III-4-1
|
24390 |
blauwe vleesvlieg, bromvlieg |
vleesvlieg:
vleisvleeg (L373p Roosteren)
|
bromvlieg (legt eieren in geslacht vlees) [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
17691 |
blazen |
blazen:
blaoze (L373p Roosteren)
|
blazen [DC 37 (1964)]
III-1-1
|
34110 |
bles |
bles:
blɛs (L373p Roosteren)
|
Witte streep op het voorhoofd van de koe. [N 3A, 136b; N 3A, 135b]
I-11
|
24969 |
blijven wachten |
blijven:
blieve (L373p Roosteren)
|
blijven [DC 37 (1964)]
III-4-4
|