34071 |
vetkoe |
mastkoe:
mas[koe] (L373p Roosteren),
vetkoe:
vɛt[koe] (L373p Roosteren)
|
Koe die niet meer geschikt is voor de produktie en daarom voor de slacht wordt gemest. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 77a; monogr.]
I-11
|
33665 |
vetweide |
vetwei:
vɛtwɛi̯ (L373p Roosteren)
|
Speciale, meestal afgemaakte wei waar men koeien laat grazen die niet meer geschikt zijn voor de productie en die als slachtvee bestemd zijn. [N 3A, 77b; N 3A, 77c; N 6, 33b; JG 1a, 1d; L 19B, 2aI; L 32, 45; RND 20; S 43; monogr.]
I-8
|
34215 |
vetweiden |
vetweiden:
vɛtwɛi̯ǝn (L373p Roosteren)
|
Het laten grazen van slachtvee in een speciaal daarvoor bestemde weide. [N 3A, 77b]
I-11
|
33756 |
veulen |
veulen:
vø̜̄lǝ (L373p Roosteren)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
20574 |
vieruursboterham |
koffiedrinken, het -:
kòffiedrènke (L373p Roosteren),
kóffiedrènke (L373p Roosteren)
|
de maaltijd met brood rond 4 uur [N 07 (1961)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 16 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
21542 |
vijf frank |
vijf frank:
5 frang (L373p Roosteren)
|
5 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21610 |
vijf-guldenstuk |
biljet van vijf gulden:
biljet van vief gùlje (L373p Roosteren)
|
vijf-guldenstuk, een ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21621 |
vijftig frank |
vijftig frank:
50 frang (L373p Roosteren)
|
50 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)]
III-3-1
|
31371 |
vijlen |
vijlen:
vīlǝ (L373p Roosteren)
|
Een stuk hout bewerken met de houtvijl. [N 53, 159; A 38, 61; monogr.]
II-12
|
17665 |
vingers (spotnamen) |
fikken:
fikke (L373p Roosteren, ...
L373p Roosteren),
tien geboden:
de 10 geboden (L373p Roosteren),
worstjes:
weusjkes (L373p Roosteren)
|
vingers (spotbenamingen) [pinke, finkels, fikke, pingels, kluntjesvingers, de 10 geboden] [N 10 (1961)]
III-1-1
|