30082 |
waterpas |
waterpas:
wātǝrpas (L373p Roosteren)
|
Instrument om te onderzoeken of iets horizontaal ligt of overal even hoog is. Het bestaat uit een houten of metalen lat waarin een glazen buis is aangebracht die zodanig met een vloeistof is gevuld dat er een luchtbel in overblijft. Wanneer de luchtbel zich binnen de op het glazen buisje aangebrachte merktekens bevindt, ligt het te meten voorwerp waterpas. Het glazen buisje werd in L 270 'waterpasglaasje' ('wātǝrpas˲glē̜skǝ') en in Q 121 'waterwaagglaasje' ('wasǝrwǫaxjlęǝsjǝ') genoemd. In Q 19 kende men ook een waterpas waarmee men horizontaal een meetpunt over een grotere afstand kon overbrengen. Men gebruikte dan een waterpas die aan een koord kon worden gehangen. Was het touw goed strak gespannen, dan kon men op dit licht waterpasje, bestaande uit een waterpasglas met luchtbel en een koperen omhulsel met twee oogjes of haakjes om het geheel aan een touw te hangen zien of een muur horizontaal was of met behulp van dit instrumentje iets zuiver waterpas uitzetten. Men noemde dit werktuig het 'waterpasje' ('wātǝrp'skǝ'). [N 30, 12a; monogr.; N 30, 12b add.]
II-9
|
33631 |
waterput |
sprong:
sprøŋk (L373p Roosteren),
waterput:
waterput (L373p Roosteren)
|
[N 12 (1961)] [Roukens 03 (1937)]
I-7
|
24275 |
watersnip |
watersnip:
eigen spelling; omgespeld
wātərsnep (L373p Roosteren)
|
watersnip (27 lange recht bek; vliegt plotseling op van de waterkant; zigzagvliegend; houdt hoge stijg- en daalvluchten en maakt daarbij mekkerend geluid; jachtvogel [N 09 (1961)]
III-4-1
|
21683 |
wbd: in trek |
prijzig zijn:
priezig (L373p Roosteren)
|
Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21662 |
wbd: katten |
laten zitten:
hem laoten zitten mit zien waar (L373p Roosteren)
|
katten: Wat zegt men wanneer de koper de verkoper met zijn waar laat zitten, niet afhaalt wat hij gekocht heeft [katten? hij heeft gekat?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21677 |
wbd: staartgeld / verschil |
meningsverschil:
⁄t meiningsverschille (L373p Roosteren)
|
verschil: Vraagt men aanvankelijk teveel geld voor wat men wil verkopen, dan moet men tenslotte vaak genoegen nemen met minder dan men eerst kon krijgen; hoe noemt men in zulk geval het verschil tussen wat men eerst kon krijgen en wat men tenslotte werkel [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20435 |
weduwe |
widvrouw:
widvrouw (L373p Roosteren)
|
weduwe [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20451 |
weduwnaar |
widman:
widman (L373p Roosteren)
|
weduwnaar [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
24896 |
weer naar het jaargetijde |
kwakkelwinter:
zachte winter. Aanvulling op laatste pagina, na vraag 54: De iesheiligen zeen gekommen.
kwakkelwêntjer (L373p Roosteren),
snikhete zomer:
Aanvulling op laatste pagina, na vraag 54: De iesheiligen zeen gekommen.
snikheitezomer (L373p Roosteren)
|
weer in bepaalde jaargetijden (bijv. [kranenzomer] (zachte nazomer), [bamisweer] (herfstweer) e.d. inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 22 (1963)]
III-4-4
|
17575 |
weerborstel |
weerborstel:
wèèrböstel (L373p Roosteren, ...
L373p Roosteren)
|
valse kruin, zomaar ergens in het hoofdhaar [wersboorsel, wirborstel] [N 10 (1961)]
III-1-1
|