17806 |
dragen |
dragen:
drá:ge (L373p Roosteren)
|
dragen [DC 02 (1932)]
III-1-2
|
18877 |
drenzen |
zumpen:
zumpe (L373p Roosteren)
|
drenzen: de kinderen drenzen de hele dag [DC 16 (1948)]
III-1-4
|
27465 |
driepoot |
bok:
bo.k (L373p Roosteren),
driebok:
dribok (L373p Roosteren)
|
Steun die onder de schoot van de kar gezet wordt en die gebruikt wordt bij het oogsten en eventueel bij het smeren van de as. Voor de woordtypes knecht, kracht, wip, krik en hun samenstellingen is er overlap met de benamingen voor de karwip (zie dat lemma in wld II.11), een hefboom die ook gebruikt wordt bij het smeren van de as. [N 17, 80; JG 1d]
I-13
|
34094 |
driespeen |
drie demen:
dri dē̜mǝ (L373p Roosteren, ...
L373p Roosteren),
driedemer:
dridē̜mǝr (L373p Roosteren)
|
Koeuier die slechts uit drie kwartieren melk geeft. Het is niet altijd goed aan te geven of de benamingen duiden op de koeuier met deze afwijking of op de koe met een dergelijke koeuier. [N 3A, 66] || Koeuier die slechts uit drie kwartieren melk geeft. Sommige woordtypen kunnen duiden op een koe die een uier met drie spenen heeft. [N 3A, 117]
I-11
|
17939 |
driftig lopen |
driftig lopen:
driftig loupe (L373p Roosteren)
|
lopen: driftig lopen [op ne staog loope] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
22655 |
drijftol |
popperel:
klemtoon op de "rel
pōperellə (L373p Roosteren)
|
Hoe noemt men het kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven? [tol] [DC 24 (1953)]
III-3-2
|
19575 |
drinkbeker |
drinkbeker:
letterlijk overgenomen
drenkbe:ker (L373p Roosteren),
drinkpot:
drênkpot (L373p Roosteren)
|
drinkbeker, aarden of stenen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
20499 |
drinken |
drinken:
drēnkə (L373p Roosteren)
|
drinken [DC 03 (1934)]
III-2-3
|
34333 |
drinken bij de zeug |
drinken:
dręŋkǝ (L373p Roosteren)
|
Het zuigen of drinken bij de zeug, gezegd van de big. [N 19, 21a]
I-12
|
19574 |
drinkglas |
drinkglas:
drenkglaas (L373p Roosteren),
glas:
glaas (L373p Roosteren)
|
drinkglas zonder voet [N 20 (zj)]
III-2-1
|