e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roosteren

Overzicht

Gevonden: 1846
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grootmoeder grootmoeder: gròòtmooder (Roosteren), oma: oma (Roosteren) grootmoeder [DC 05 (1937)] III-2-2
grootouders grootouders: gròòtauwers (Roosteren) grootouders [DC 05 (1937)] III-2-2
grootvader grootvader: gròòtvader (Roosteren), opa: opa (Roosteren) grootvader [DC 05 (1937)] III-2-2
grootx groot: ps. onder de a staat nog een streepje; deze combinatieletter is niet te maken.  groat (Roosteren) groot [DC 03 (1934)] III-4-4
grote lijster grote lijster: gróóte liester (Roosteren), eigen spelling; omgespeld  groͅu̯tə listər (Roosteren) grote lijster || grote lijster (27 forse vogel; vlekken vallen meer op dan bij zanglijster [019]; krachtige vlucht; ook op trek; broedt tegenwoordig ook bij woningen; luide zang en nest lijken op merel [018]; roep is hard geratel [N 09 (1961)] III-4-1
grote schoonmaak schoonmaak: de sjōēnmaak is achter de rök (Roosteren), sjōēnmaak haute (Roosteren), weer zeen aan de sjōēnmaak (Roosteren) de schonmaak is achter de rug [DC 15 (1947)] || het schoonmaken van het gehele huis, dat in het voorjaar plaats heeft [DC 15 (1947)] || wij zijn aan het schoonmaken [DC 15 (1947)] III-2-1
grutto grutto: gruuttoo (Roosteren), eigen spelling; omgespeld  grøto (Roosteren) grutto || grutto (41 lange rechte bek en poten; wit in de vleugel; luidruchtig; algemeen in weiland; roep onder de pronkvlucht hoog in de lucht [grrieto, grrieto] [N 09 (1961)] III-4-1
gulden gulden: Opm. doffe u.  gulje (Roosteren) gulden, een ~ [kent uw dialect ook namen als piek, pieterman of andere?] [N 21 (1963)] III-3-1
gunnen verkopen: ze is verkoch (Roosteren) ze wordt gegund, i.v.m. de openbare verkoping van b.v. een boerderij [de boerderij gaat af?] [N 21 (1963)] III-3-1
guste koe schot: šǫt (Roosteren) Jong rund dat maar niet voor de eerste keer drachtig te krijgen is. [N 3A, 24] I-11