e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roosteren

Overzicht

Gevonden: 1846
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kleine neus klein neusje: klei nēͅske (Roosteren) Dat kind heeft een klein neusje. [DC 37 (1964)] III-1-1
kleingeld kleingeld: klein geldj (Roosteren), pasgeld: pasgeldj (Roosteren) Klein geld [pasgeld, snuistergeld?] [N 21 (1963)] III-3-1
kleinkinderen kleinkind: kleinkèntj (Roosteren) kleinkind, kleinkinderen [DC 05 (1937)] III-2-2
kleinzoon kleinzoon: kleinzoon (Roosteren) kleinzoon [DC 05 (1937)] III-2-2
kloeken kloeken: klukǝ (Roosteren) Geluid voortbrengen, gezegd van een broedse kip. [N 19, 47; monogr.] I-12
klokhuis kits: kits (Roosteren) Hoe noemt men het binnenstee van een appel? (klokhuis) [DC 31 (1959)] III-2-3
klomp klomp: klomp (Roosteren), klòmp (Roosteren), klòmpe (Roosteren) Hoe noemt men de hiernaast afgebeelde houten voetbekleedsels ? (klompen) [DC 15 (1947)] || Hoe noemt mn een enkele van deze voetbekleedsels ? [DC 15 (1947)] || In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] II-12, III-1-3
klompschoen schoenklomp: sjoonklòmpe (Roosteren) Hoe noemt men deze voetbekleedsels, indien het bovengedeelte op de voet niet van hout, maar van leer is gemaakt ? [DC 15 (1947)] III-1-3
kloven kenen: keene (Roosteren), spleten: splete (Roosteren) kloven in de hand [kloove, klieve, sprunge, kreewe] [N 10 (1961)] III-1-2
knabbelen knabbelen: knabbele (Roosteren), knage (Roosteren) knabbelen [knibbele] [N 10 (1961)] III-2-3