e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roosteren

Overzicht

Gevonden: 1846
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
levend vlees onder de huid leven, het -: t lēēve (Roosteren, ... ) levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)] III-1-1
lever lever: lè:ver (Roosteren), lèver (Roosteren) lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)] III-1-1
leverworst leverworst: lèverwoos (Roosteren) leverworst [N 06 (1960)] III-2-3
lichaam lichaam: lichaam (Roosteren, ... ), lijf: līēf (Roosteren) lichaam [N 10 (1961)] III-1-1
lichaamskracht kracht: krach (Roosteren, ... ), macht: mach (Roosteren, ... ) lichaamskracht (kracht die een zieke geleidelijk verspeelt) [macht, maacht] [N 10 (1961)] III-1-2, III-1-4
lichaamsvocht smeer: smèèr (Roosteren), sméér (Roosteren) lichaamsvocht (dat zich bijv. in de gewrichten bevindt) [N 10 (1961)] III-1-2
lichte nevel dauw: daauw (Roosteren) lichte nevel die het zicht vertroebelt [donst, dook, blaok] [N 22 (1963)] III-4-4
lidmaat, ledematen lidmaat, ledematen: ledemaote (Roosteren), lidmaat (Roosteren) ledematen, lidmaat [N 10 (1961)] III-1-1
lies lies: lies (Roosteren, ... ) lies, liezen [den dunne, lieze, lieses] [N 10 (1961)] III-1-1
lieveheersbeestje lieveherehennetje: levniërenhentje (Roosteren) lieveheersbeestje [Roukens 03 (1937)] III-4-2