e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q093p plaats=Rosmeer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
perzik pche (fr.): pjos (Rosmeer), pjōs (Rosmeer) [ZND 05 (1924)]perzik [ZND 05 (1924)] I-7
perzikkruid weiekruid: węi̯ǝkrō.t (Rosmeer), wijdenkruid: #NAME?  wèjjekroot (Rosmeer) perzikkruid [DC 60a (1985)] || Polygonum persicaria L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in tuinen en wegbermen met zeer kleine roze bloempjes in de vorm van een aar, lancetvormige bladen met een zwarte vlek en roze-rode stengels. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 20 tot 100 cm. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1b, 1c, 2c; A 60A, 56] I-5, III-4-3
pet: algemeen klak: klak (Rosmeer) pet, hoofddeksel met een klep [kips, patsj, klak, koetsj, paaj, flet, kap, klep, muts, luif] [N 25 (1964)] III-1-3
peterselie peterselie: pētərsēlə (Rosmeer) [ZND 05 (1924)] I-7
petroleumlamp pètrole-lamp: pətroͅllamp (Rosmeer) lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
piepen tsjiepen: tšipǝ (Rosmeer) Geluid voortbrengen, gezegd van een jonge kip. [N 19, 48; monogr.] I-12
pijn pijn: pijn (Rosmeer) pijn: De handen van dat kleine kindje doen zeer [ZND 44 (1946)] III-1-2
pijpensteel roer: rōōr (Rosmeer), steel: stēēl (Rosmeer) Pijpensteel. Het dunne buisvormige deel van een pijp. [ZND 41 (1943)] III-2-3
pimpelmees tietemeesje: ook wel blaw —, ter onderscheiding van de koolmees; cf. Eng. titemise  tieteméejske (Rosmeer) pimpelmees III-4-1
pioen paardroos: ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007  pjatroos (Rosmeer), paardsroos: pjatsroze (Rosmeer), -  paardsroos (Rosmeer) Ook mat. van ZND 15 (1930), 018 opgenomen [ZND 05 (1924)] || Pioen (Paeonia officinalis L.) I-7, III-2-1