e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rosmeer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kwaadspreker kwaadklepper: kootklepper (Rosmeer), kwaadspreker: kootsprêieker (Rosmeer) kwaadspreker [ZND 01 (1922)] III-1-4
kwalijk nemen het kwalijk opnemen: ook materiaal znd 29, 19  koot (opgenweumme) (Rosmeer), ook materiaal znd 29, 19 oo is wat korter  koollek (opgenweume) (Rosmeer) kwalijk [ZND 01 (1922)] III-1-4
kwartel kwakkel: kwakkel (Rosmeer, ... ), kwartel: kwattel (Rosmeer, ... ) kwartel [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-4-1
kwartelkoning schreek: sjreek (Rosmeer) kwartelkoning III-4-1
kweek pettem: pettem (Rosmeer), pętǝm (Rosmeer), wilde staartel: wii̯ǝ statǝl (Rosmeer) Elymus repens (L.) Gould Zeer algemeen voorkomend hardnekkig onkruid op gras- en bouwland en op akkerranden, dat er grasachtig uitziet met een rechtopstaande aar en donker- tot grijsgroen blad. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 30 tot 120 cm. Het is een lastig kruipend onkruid met veel onderaardse wortelstokken, die wel als veevoeder gebruikt worden. De boer verwijdert het met de eg uit de akker. Deze plant is ook wel bekend onder de oude naam kweekgras of tarwegras (Triticum repens L.). Zie in verband met de vele puin-opgaven de speciale bibliografie onder Goossens 1985; 1987 en 1988, 109-126. [N 11, 71; JG 1a, 1b, 2c; A 27, 24b; A 28, 10; A 29, 6 en 9; A 33, 17; L 34, 52; L 48, 18; Lu 2, 18; Lu 4, 9; S 20; monogr.; add. uit N 11, 70, 72, 80a en 88] || kweekgras (Agropyrum repens) [Lk 04 (1953)] I-5, III-4-3
kweepeer kweepeer: keepère (Rosmeer), keupeir (Rosmeer), kweepeir (Rosmeer) [ZND 29 (1938)] I-7
kwezel kwezel: kwjëzzel (Rosmeer), wat ene kwièzel (Rosmeer), e = ai van het franse mais  wat’n kwjezel (Rosmeer) Kwezel. [ZND 01 (1922)] || Wat een kwezel! [ZND 29 (1938)] III-3-3
kwispelstaarten kwispelen: kwispele (Rosmeer), kwispelstaarten: kwispelstatte (Rosmeer), met zijn staartje houwen: met ze steteke heiwe (Rosmeer) kwispelstaarten [ZND 29 (1938)] III-2-1
kwitantie kwitantie: ps. omgespeld volgens Frings.  kətānsə (Rosmeer) kwitantie, bewijs van schulddelging [N 21 (1963)] III-3-1
laag grond laag: laog (Rosmeer), lôg (Rosmeer), ps. omgespeld volgens Grootaers.  lōͅg (Rosmeer), laagje: leugske (Rosmeer) laag (znw.) [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-4-4