e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rosmeer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leren beenkap scheenlap: šenleͅp (Rosmeer) lederen beenkappen [kemasse, kamasje] [N 24 (1964)] III-1-3
leren muts die onder de kin wordt gesloten bivak: bivak (Rosmeer) muts, op bivakmuts gelijkende lederen ~ die onder de kin met een knoop wordt gesloten [N 25 (1964)] III-1-3
leunstoel lenenstoel: lēͅnəsty(3)̄l (Rosmeer, ... ), leunstoel: lēənstuəl (Rosmeer, ... ), leͅi̯nstul (Rosmeer, ... ), zetel: zeͅi̯təl (Rosmeer, ... ) een leuningstoel [ZND 30 (1939)] || leuningstoel [ZND 01 (1922)] III-2-1
leurder leurder: ps. omgespeld volgens Frings.  lørdər (Rosmeer), rondloper: roondleeper (Rosmeer), roondlèper (Rosmeer), tjoktjok: ps. omgespeld volgens Frings.  šukšuk (Rosmeer) een venter (die van deur tot deur waren verkoopt) [ZND 28 (1938)] || koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)] III-3-1
leuren presenteren: ps. omgespeld volgens Frings.  prəsəntēͅrə (Rosmeer) Inventarisatie uitdrukkingen voor: "op koopmanschap gaan"= erop uittrekken om zijn waren te verkopen? Zo neen, welke andere uitdrukking. Geeft u nauwkeurig de uitspraak aan. [N 21 (1963)] III-3-1
leverworst leverworst: lēəvərvjoͅs (Rosmeer) beuling (leverworst) [ZND 01 (1922)] III-2-3
lichaam lichaam: lichaam (Rosmeer, ... ), lichām (Rosmeer), Het ganse lichaam  lichoam (Rosmeer), lijf: leef (Rosmeer), lijf (Rosmeer), Voor de romp en voor gans het lichaam  leef (Rosmeer) het lichaam [ZND 30 (1939)] || het lijf [ZND 30 (1939)] || lichaam [ZND 01 (1922)] III-1-1
lichaamsvocht leewater: lejwôter (Rosmeer) leewater [ZND 01 (1922)] III-1-2
lichtbonte koe bonte koe: bǫntǝ [koe] (Rosmeer) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe''(3.3.1). [N 3A, 123b] I-11
lichte nevel nevel: nefəl (Rosmeer) lichte nevel die het zicht vertroebelt [donst, dook, blaok] [N 22 (1963)] III-4-4