e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rosmeer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
riet riet: -  riet (Rosmeer, ... ) riet (Phragmites communis Trin.) [DC 60a (1985)] III-4-3
rijbroek rijbroek: reͅibryk (Rosmeer) rijbroek met nauw om het onderbeen sluitende pijpen [N 23 (1964)] III-1-3
rijgen trochelen: rōǝxǝlǝ (Rosmeer) Het voorlopig verbinden van een of twee delen aan elkaar met de rijgsteek, op tafel of op de hand. [N 59, 52b; N 59, 51a; N 59, 51b; N 62, 6; N 62, 7; L 1a-m; L 1u, 41; L B1, 75; Gi 1.IV, 19; MW; S 7; monogr.] II-7
rijglaars strump: stroͅmp (Rosmeer) laars waarvan het beenstuk moet worden dichtgeregen [N 24 (1964)] III-1-3
rijk zijn er goed voor zitten: ps. omgespeld volgens Frings.  gyt tə vjer zetə (Rosmeer), in het geld zwemmen: ps. omgespeld volgens Frings.  en ət geͅlt zweͅmə (Rosmeer) Inventarisatie uitdrukkingen voor: rijk zijn [rijk zijn, zwemmen in zijn geld, een groot fortuin hebben enz. enz.] [N 21 (1963)] III-3-1
rijke lieden rijke lui: lei kort  reeke lei (Rosmeer) Rijke lieden [ZND 30 (1939)] III-3-1
rijp vormen, rijpen rouwvriezen: roͅwvrizə (Rosmeer) vriezen zodanig dat zich rijm op de bomen vormt [rouwvorsten, rijmen] [N 22 (1963)] III-4-4
rijp, rijmx rouwvrost: roͅwvrwøs (Rosmeer) rijm, bevroren dauw of nevel die zich afzet op de takken [waterrijm, roevros] [N 22 (1963)] III-4-4
rijshout, bonenstaak stok: stouk (Rosmeer) [ZND 23 (1937)] I-7
rijzen, uit de aren vallen rijzen: rai̯zǝ (Rosmeer) Het uit de aren vallen van de graankorrels, wanneer het graan goed droog is en op de wagen getast wordt. ''tasser op de wagen'' (5.1.5). In L 286 en 288 voegt men toe dat dergelijk koren rijskoren (riskōrǝ) wordt genoemd. De laatste drie uitdrukkingen betekenen zoveel als: "het koren is zo droog dat de korrels uit de aren vallen". Naar de fonetische verschijningsvorm zouden de uitdrukkingen (het is) rijs echter ook persoonsvormen van het werkwoord rijzen kunnen zijn.' [N 15, 53; JG 1a, 1b, 2c; L 32, 41; monogr.] I-4