e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rosmeer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ringmus ringmus: reenkmĕs(ke) (Rosmeer), reenkmès (Rosmeer) ringmus III-4-1
rode aalbes rode wiemelen: rooj wiemele (Rosmeer), wiemelen: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  wiemel (Rosmeer) aalbes [ZND 01 (1922)] I-7
rode biet kroot: krōt (Rosmeer) Beta vulgaris L. var. rubra L. Deze bietensoort hoort eigenlijk onder de groenten uit de moestuin, en daardoor in de aflevering over de boerderij en het erf, maar is toch hier ondergebracht vanwege "lexicale nabijheid" met biet, kroot. De knollen met een doorsnee van 8-10 cm worden gekookt en warm of koud als salade gegeten. De knollen en het kookvocht hebben een felle donkerpaarse kleur. [A 4, 26d; A 13, 2a; A 49, 1b; L 20, 26d; monogr.] I-5
rode koe rode koe: rōi̯ [koe] (Rosmeer) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 124] I-11
rode koe met witte kop en rode vlekken om de ogen rode koe: rōi̯ kø̜u̯ (Rosmeer) [N 3A, 125b] I-11
rode kool rood moes: rood moes (Rosmeer) Rode kool (als plant of gewas) [Lk 05 (1953)] I-7
roek raaf: roaf (Rosmeer) roek III-4-1
roep- en lokwoord voor de gans koeletje, koeletje: kulǝkǝ, kulǝkǝ (Rosmeer) Naast het roepen van namen kan men de ganzen ook lokken door met de tong te klakken of te fluiten. [VC 14, 2p -r-; L 47, 9d; A 6, 6] I-12
roep- en lokwoord voor de kip pik, pik, pik: pek, pek, pek (Rosmeer), tiet, tiet, tiet: tit, tit, tit (Rosmeer) Naast de verschillende roepwoorden kan men de kippen ook lokken door een zuigend klappend geluid te maken met de tong tegen de tanden (P 176 (Sint-Truiden)) of door te fluiten (Q 2 (Hasselt)). [N 19, 44a; L 47, 9a; A 6, 2b; A 6, 2a; VC 14, 2n -r-; Vld.; L B2, 259a; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor een big te, te, te: tę, tę, tę (Rosmeer) Roep- en lokwoord voor een big. Iets roepen kan ook vervangen worden door een smakkend geluid te maken of door te klakken met de tong. [N 19, 11b; VC 14, 2d r; monogr.] I-12