e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rosmeer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vregelpaal kraanstek: krǭnstɛk (Rosmeer) In de Kempen en in het zuid-oosten van het onderzoeksgbied wordt een tweede boom voor het vastzetten van het hooi op de kar gebruikt. Deze vregelpaal is (doorgaans draaibaar) onder in de bak van de hoogkar gemonteerd en loopt door het midden van het verzwaarde dwarse sluithout, de bril. Het bindtouw werd dan om deze vregelpaal heengeslagen en daarna werd deze door middel van een stok of knuppel, de vregelstok, aangedraaid. Zie ook de toelichting bij het lemma ''vregelstok'' en afbeelding 15. De foto''s van afbeelding 15 zijn genomen in Mechelen aan de Maas (Q 9). [N 17, 14a; JG 1d, 2c; monogr.] I-3
vregelstok vregelstek: vrēgǝlstęk (Rosmeer) De stok waarmee de vregelpaal wordt aangedraaid of waarmee het bindtouw als een knevel kan worden aangespannen; zie de toelichting en de afbeelding bij het lemma ''vregelpaal''. Voor enkele opgaven is niet vast te stellen of de lange vregelpaal of de korte vregelstok is bedoeld; ze staan achterin het lemma bijeen. [N 17, 14c; JG 1d, 2c; add. uit N 17, 140; monogr.] I-3
vriend vriend: vrinden (Rosmeer) vrienden [ZND 44 (1946)] III-3-1
vriesweer gezond weer: gəzond wēͅr (Rosmeer) vriezend weer, koud en droog [N 22 (1963)] III-4-4
vriezenx bakken: bàkə (Rosmeer), vriezen: vrizə (Rosmeer) vriezen [bieberen, bikken] [N 22 (1963)] III-4-4
vroedvrouw wijsvrouw: wijsvraw (Rosmeer) Hoe noemt men de (gediplomeerde) vrouw die helpt bij de geboorte, indien er geen dokter aanwezig is? (nld. vroedvrouw) [ZND 46 (1946)] III-2-2
vrouw vrouw: vraw (Rosmeer) vrouw [ZND 04 (1924)] III-3-1
vrouwelijk jong van de geit germpje: gǝrenkǝ (Rosmeer) [N 19, 71c; N 19, 71a; N 77, 77; N 77, 75; Vld.; A 9, 21; N C, Q 111 add.] I-12
vrouwelijk kuiken pul: pęl (Rosmeer) [N 19, 41a; monogr.] I-12
vrouwelijk rund dat voor de eerste keer drachtig is eersteling: i̯ǫstǝleŋ (Rosmeer) [N C, 9e en 10a; JG 1a, 1b; add. uit N 3A, 14a, 20 en 22] I-11