| 34031 |
bonte koe met rode kop |
bonte koe:
bǫntǝ [koe] (Q093p Rosmeer)
|
Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe''(3.3.1). [N 3A, 123a]
I-11
|
| 34038 |
bonte koe met zwarte kop |
bonte koe:
bǫntǝ kø̜u̯ (Q093p Rosmeer)
|
[N 3A, 128]
I-11
|
| 24124 |
bonte kraai |
grijze raaf:
grijs roaf (Q093p Rosmeer),
winterraaf:
weenterroaf (Q093p Rosmeer)
|
kraai, bonte —
III-4-1
|
| 24125 |
bonte specht, specht |
houthakker:
hoathakker (Q093p Rosmeer),
hôethakker (Q093p Rosmeer),
houtspecht:
hôetspek (Q093p Rosmeer),
hôetspēch (Q093p Rosmeer),
kleine houthakker:
kléene houthakker (Q093p Rosmeer),
kleine specht:
kléene spech (Q093p Rosmeer),
specht:
spech (Q093p Rosmeer)
|
specht [ZND 07 (1924)] || specht, bonte —
III-4-1
|
| 18297 |
bontkraag |
pelsen kraag:
plelsəkroͅx (Q093p Rosmeer)
|
kraag van bont [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 18682 |
bontmantel |
pelsen jas:
pelsəjas (Q093p Rosmeer)
|
bontmantel [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 22552 |
boog |
boog:
boag (Q093p Rosmeer),
gespan:
gǝspan (Q093p Rosmeer)
|
Gebogen holronde overdekking van een muuropening. Bogen worden vooral toegepast bij overspanningen die groter zijn dan 1 meter of bij zware belasting. Zie ook afb. 52. Met het woordtype 'segmentboog' wordt een boog in de vorm van een cirkelsegment aangeduid. De woordtypen 'strekboog', 'strek' en 'scheitrechte boog' worden gebruikt voor een boog met een horizontale welflijn. In L 290 en L 291 werd een halfronde boog zonder ramen vaak als ontluchting in de gevels van schuren of stallen aangebracht. Men noemde dit: 'een halve maan' ('ǝn halǝf mǭn'). In Q 121 werd in het midden van de boog dikwijls een ornament of kijlvormige gevelsteen geplaatst. Zie ook het lemma 'Sluitsteen'. [N 32, 16a; N 32, 17a; N 4A, 40a; monogr.] || Hoe heet een boog dien de kinderen maken van een buigbaren stok en een koord? [ZND 32 (1939)]
II-9, III-3-2
|
| 33511 |
boomgaard |
fruitwei:
frēt[wei} (Q093p Rosmeer),
frëetwej (Q093p Rosmeer),
werf:
wɛrəf (Q093p Rosmeer)
|
boomgaard [ZND 01 (1922)]
I-7
|
| 24127 |
boomkruiper |
kletterkatje:
klèeterketchè (Q093p Rosmeer),
klèterketsje (Q093p Rosmeer)
|
boomklimmer || boomkruiper
III-4-1
|
| 24129 |
boompieper |
bosleeuwerik:
bosleewerrek (Q093p Rosmeer),
bosliewerk:
bosleewerk (Q093p Rosmeer)
|
boompieper
III-4-1
|